Mijn april-challenge: elke dag onkruid eten

EETBARE TUIN * Tijdens de coronaquarantaine in april 2020 daagde ik mezelf uit: elke dag onkruid eten, of iets anders eetbaars uit eigen tuin. Dát bleek een geweldige challenge. Ik vond allerlei (nieuwe, eigen) recepten uit, had veel lol maar… vond ook sommige planten niet te pruimen. Zie hoe ik 30 dagen eetbaar groen, geel, paars, blauw, wit en lila beleefde.

In mijn tuin groeit van alles, ik ben natuurlijk van het avontuurlijk tuinieren en laat daarom allerlei wilde planten staan, omdat ze nuttig zijn voor insecten, en/of omdat ze eetbaar zijn.

In de maand april beginnen die allemaal te ontkiemen, te groeien en te bloeien, dus kan er volop (wild)geplukt worden. Mij lukte het om elke dag wat uit eigen tuin te nuttigen, van wildpluk, maar ook van enkele vaste planten in mijn moes- en proeftuin en wat voorraad van oogst van vorig jaar.

Goed om te weten

Bladgroente en dus ook bladeren van onkruid bevatten nitraat. Als je daarvan te veel eet kan dat schadelijk zijn. Je moet het dus met mate eten. Het lijkt nu misschien alsof ik enorm veel bladgroen at, maar tijdens de andere maaltijden nam ik expres andere dingen en ik mengde het groen ook met andere ingrediënten, volgens de leer: zorg dat er altijd iets van boven als onder de grond op je bord ligt.

Het is goed om na de winter verse kruiden te eten. Ze zuiveren je lijf en leden, zoals lever, hart en darmen. Verder is het heerlijk om de lente letterlijk te (her)proeven en smaken te ontdekken en herkennen.

Onkruid eten eng?

Als je weet dat herderstasje in Azië op de markt ligt als groente, of paardenbloem in Frankrijk wordt gegeten als salade, en uit koolzaadbloemen uiteindelijk het zaad voor koolzaadolie wordt gewonnen, vind je het dan nog eng?

Er is veel te vinden in boeken, op internet en je leert ook van wildplukexcursies. Gebruik vooral je zintuigen. En wees gerust: van een klein blaadje ga je niet dood, word je ook niet hondsberoerd, en zeker niet van een per ongeluk verdwaalde grasspriet in je pesto.

Paar tips:

  • Pluk op schone plekken (in je tuin ken je die) waar geen bestrijdingsmiddelen uit een winkelpakje zijn gebruikt, waar geen katten of honden (of andere dieren) hun behoefte doen en pluk plantdelen zonder vogelpoep.
  • Klop eventuele beestjes eruit.
  • Was het blad goed (zie hieronder). Bloemen wassen is vaak zonde: ze verleppen ervan, pluk dus schone bloemen.

TIP Daslook lijkt op het giftige lelietje-van-dalen. Maar het verschil is uiterst simpel: daslook ruikt ongelóóflijk naar knoflook. Kan. Niet. Missen. Dus nogmaals: gebruik je zintuigen.

Kennis over onkruid eten en herkennen

Ik gebruikte bij het zoeken en bereiden mijn eigen kennis (die ik door zelfstudie en wildplukwandelingen opdeed), uit mijn plantenbibliotheek de titels De smaak van wildplukken van David Hamilton, de Plukalmanak van Claus Meyer en Eten uit de natuur van Michiel Bussink. Ook volg ik momenteel een cursus bij Patty van Casa Natura waar ik e.e.a van opsteek. Verder gebruikte ik tijdens het bereiden vooral mijn eigen fantasie en enkele basisrecepten.

Onkruid gebruiken en bereiden

Ik was al mijn oogst eerst onder de stromende kraan, daarna laat ik het een poosje in een laag water in een vergiet (dat in een soort diep bord staat) schoonweken. Dan ‘woel ik het los’ en is het zeker een dag in de koelkast te bewaren voor je het gaat bereiden.

Als ik planten droog, doe ik dat op de kachel als deze niet te hoog staat, of met restwarmte van de oven.

Voor het fijnsnijden van groen blad gebruik ik een kruidenschaar. Dat is een brede schaar die feitelijk uit meerdere scharen naast elkaar bestaat en zo dus meerdere fijne reepjes knipt.

Na een maand lang onkruid eten

Een maand elke dag op ontdekkingstocht langs eetbare planten in de tuin, ik heb er enorm veel lol aan beleefd. Ik leerde de smaken en de planten nog beter kennen, werd er creatief en nieuwsgierig van, ontdekte ‘geheime’ hoekjes waar precies de planten stonden die ik zocht en kreeg nog meer respect voor al dat eetbare groen, geel, paars, blauw, wit en lila.

En oja: ik voelde en voel me nog steeds kiplekker!

Dagelijks wildplukken & oogsten in april

1-2 april: groenvoer divers, winterpostelein

ONTBIJT: Groene smoothie met zevenblad, duizendblad (any green leaf will do) citroenmelisse, een halve avocado, halve banaan, theelepel honing, amandelmelk. Als versiering: koolzaadbloemetjes. Wat een plezier om te drinken! Goed te weten: op zich zijn smoothies minder ‘gezond’: je kauwt er nauwelijks op, terwijl dat nou juist zo bevorderlijk is voor je spijsvertering.

LUNCH: Groene salade. In mijn tuin groeit onder een eik winterpostelein. Dat staat daar al eind maart op te komen en is te oogsten begin april. Ik oogstte een mandje en maakte een salade met radijsjes, geraspte wortel, en een dressing van olie/azijn/honing/peper + de andere helft van de avocado van gisteren en als versiering gebruikte ik weer koolzaadbloemetjes en ook rucolabloemen. Topping: geroosterde amandelsnippers.

1 april: Groene smoothie.
2 april: Winterposteleinsalade.

3-4 april: hondsdraf, dovenetel, koolzaad, paardenbloem

ONTBIJT: Beschuit met boter en een zee van bloemetjes van paarse en witte dovenetel, hondsdraf en koolzaad.

LUNCH: Groene thee van gedroogd jong blad van de paardenbloem (voor de bloei = minder bitter).

3 april: Bloemenboter.
4 april: Paardenbloemthee.

5-7 april: judaspenning, rucola, citroenmelisse, frambozenblad, groenvoer

ONTBIJT: Havermoutpap met banaan, zelfgemaakte pruimenjam, walnoten uit de tuin van mijn vader en bloemblaadjesconfetti van rucola en eenjarige judaspenning.

DINER: Hartige flap met groene kruiden. Deze maakte ik als volgt: ik plakte 4 ontdooide bladerdeegvierkantjes tot een groter vierkant aan elkaar. Daarop legde ik in een cirkel een bodem van gebakken halve rode-uienringen met knoflook uit eigen moestuin (oogst 2019), daarop legde ik een verzameling wat groene kruiden zoals daslook, zevenblad, paardenbloemblad (soms in wat kleinere stukjes) en veldkers. Daarbovenop legde ik nog wat stukjes gezondroogde tomaat en ik klutste een ei (beetje zout/peper) en goot dat erover. Vervolgens vouwde ik de flappunten naar elkaar toe en bakte ik de flap in de voorverwarmde oven op 225 graden. Ik serveerde deze met een dot vlierbesgelei die ik maakte in 2019 waarover ik verse hondsdrafbloemetjes strooide.

5 april: Havermout met bloemen.
6 april: Hartige flap.
7 april: Frambozenblad rauw uit het handje: smaakt in de verte naar… kokos.
8 april: Citroenmelissethee.

9-11 april: hondsdraf, duizendblad, herderstasje

UITPROBEERSEL – NIET VOOR HERHALING: Geprobeerd maar niet voor herhaling vatbaar: hondsdraf uit het vuistje en in olie gesmoorde hopscheuten, zoals ik in een van de wildplukboeken las. Hondsdraf vind ik veel te heftig van smaak en de hopscheuten gewoon niet lekker genoeg.

DINER: Een goeie smaakmaker bleek wel gemarineerd duizendblad. Ik plukte een bakje verse, jonge duizendbladblaadjes, en marineerde deze een paar uur in olie, citroensap, honing en vers gemalen peper. Dat smaakte goed op gekookte aardappels.

DINER: Ik maakte een hartige flap als hierboven, dit keer met herderstasjesblad (dat in Azië als groente wordt gegeten), duizendblad (want beviel gisteren) en plakjes halloumi-kaas. Versiering: de altijd leuke rucola- en koolzaadbloemen.

onkruid eten
9 april: Hondsdraf rauw en hopscheuten gestoofd.
10 april: Duizendblad in marinade.
11 april: Hartige flap met herderstasje en halloumi

12-13 april: hondsdraf, brandnetel, zevenblad

ONTBIJT: Eerste Paasdag begon ik met een experiment: een ei verven met plantkleurstoffen mét bloemen-tattoo. Op een ei legde ik een gekarteld blaadje van de boterbloem en daaromheen knoopte ik een pantykousje. Ik kookte het ei in een van tevoren getrokken donkere ’thee’ van gedroogd hondsdraf, kleefkruid en brandnetel.

DINER: Asperges, aprilgroente! Heerlijk met onkruidpesto met onder andere veel zevenblad. Ik maak ‘m tegenwoordig ook wel vegan met tuinbonen in plaats van kaas als bindmiddel. Soms gebruik ik geen mixer en knip ik met een kruidenschaar het bladgroen extra fijn en vijzel ik de noten tot kleinere brokjes – niet tot gruis.

onkruid eten en gebruiken
12 april Eerste Paasdag: geverfd ei met tuinkruiden.
13 april Tweede Paasdag: asperges met pesto.

14-16 april: fluitenkruid, groenvoer, paardenbloem

LUNCH: Soeptijd! Uitje bakken, dan blokjes knolselderij en aardappel in de pan met een bouillonblokje en water. Voor het serveren strooide ik er fijngesneden fluitenkruid overheen en daarover de fantastische stervormige blauwe bloempjes van het komkommerkruid.

DINER: Twee handjes nog echt dichte paardenbloemknoppen verzameld. Ik maakte een salade van gegrilde groente met een handje in olie gestoofde malse paardenbloemknopjes met knoflook. Het tweede ‘handje’ maakte ik in als kappertjes. Je bestrooit ze goed met zout en laat ze een paar uur staan. Breng ze dan met wat water aan de kook en zet het vuur na de kook uit. Giet af en laat afkoelen. Stop ze in een minipotje met mosterdzaad en knoflook en giet dat tot de rand af met azijn. Paar weken laten intrekken en dan gebruiken in een gerecht waar je normaal ook kappertjes zou gebruiken zoals een salade of pizza.

VOORRAAD: Ik droogde op de kachel zevenblad, brandnetel en weegbree voor een groene kruidenmix en kleurstof. Ook droogde ik jong paardenbloemblad en brandnetelblad voor een goede voorraad groene en gezonde thee komend jaar.

onkruid eten
14 april: Knolselderij-fluitenkruidsoep met bloemen.
15 april: Kruidenmix.
16 april: Paardenboemkappertjes op 2 wijzen.

17-19 april: paardenbloem, look-zonder-look, daslook, weegbree

LUNCH: Beschuit met paardenbloemhoning en eetbare bloemen.

LUNCH: Boterham met kaas en eetbare bloemen van daslook en look-zonder-look en een dot appelchutney (oogst 2018).

BIJ DE KOFFIE: Platte rabarbercake van verse oogst: cakebeslag maken en dat in een platte ingevette schaal gieten, daarin stukjes rabarber steken en bakken maar.

SNACK: Wandelend door de tuin keurde ik het blad van smalle weegbree. Is een stevig, behaard blad, met een intense ‘groene’ smaak. Ik vind het wel aangenaam.

onkruid eten
17 april: Beschuitje met paardenbloemhoning.
18 april: Boterham met bloemen.
19 april: Rabarbercake.
20 april: Smalle weegbree rauw uit het handje.

ONTBIJT: De jonge toppen van de brandnetel had ik op de kachel gedroogd en dronk ik met heet water, schijnt enorm zuiverend te werken. De theelepel honing deed ik er voor wat extra smaak bij en tegen hooikoorts.

SNACK: Fluitenkruid smaakt naar wortelloof, zuring smaakt zuur.

DINER: Ik bakte een kaas-omelet met een potpourri van groene wildpluk, zoals duizendblad, smalle weegbree-reepjes, zevenblad en versierde ‘m met paardenbloemen.

21 april: Fluitekruid rauw uit het handje.
22 april: Brandnetelthee met honing.
23 april: Veldzuring rauw uit het handje.
24 april: Zonnige omelet.

25-27 april: hondsdraf, groenvoer, herderstasje

BIJ DE THEE: Toch zat het me dwars ik de hondsdraf niet lekker vond, en toen bedacht ik mij dat ik ooit eens hondsdrafcake had geproefd bij Karin van de praktijk Sielsfolle, die kruidendeskundige is. Dus: geprobeerd en verdraaid: is te pruimen. Geeft een lekkere bite. Waarschijnlijk heeft hondsdraf een vettige tegenhanger nodig om tot z’n recht te komen.

SNACK: Hartige hapjes van bladerdeeg: snijd een bladerdeegvierkantje in 4 of 5 repen. Bestrooi die repen met gesnipperd groenvoer en eventueel geraspte kaas. Rol op en bak knapperig in de oven op 225 graden.

LUNCH: In een mengkan doe je een half potje tuinbonen en evenzoveel blanke noten, zoals cashewnoten en hazelnoten. Daarbij strooi je daslooksnippers, een pietsje knoflook en peper naar smaak. Dat pureer je met een staafmixer. Ik at deze hummus op een broodje en versierde dat met de hartjes van herderstasje.

onkruid eten
25 april: Hondsdrafcake.
26 april: Snackrolletje.
27 april: Hummus met hartjes.

28-30 april: look-zonder-look, seringen, daslook, krulmalva

SNACK: In de hele tuin staat wegens een niet goed verteerde compost sinds vorig jaar overal krulmalva naar hartelust te groeien – ooit stond het op een keurig rijtje in de moestuin. De licht-vlezige, grote sappige bladeren kun je stoven, in stamppot gebruiken, maar je kunt de bladeren ook als omhulsel voor vulling toepassen, zoals de humus van gisteren.

LUNCH: Ik probeerde de blaadjes van look-zonder-look uit met verschillende smaakjes en ontdekte dat ze met een laagje pindakaas een verrassende combi geven. Als de planten en hun bladeren in mei groter zijn, ga ik ze als ‘dolma-rolletje’ vullen naar een recept dat ik in een van de boeken vond.

28 april: Krulmalva-dots met daslook-humus.
29 april: Look-zonder-look uit het vuistje.
30 april: Seringenwater: bloemen in een glaasje water voor een bloesemsmaak.

Onkruid eten: wordt vervolgd!

Nou, dat was mijn onkruidchallenge van april en ik ga in mei natuurlijk ook weer onkruid eten uit eigen tuin, wordt vervolgd 😉

Volgende maand ga ik meidoornbloesem, vlierbloesem, look-zonder-look, kleefkruid, radijs, en nog meer onkruid eten, plus andere oogst.

Meer lezen over onkruid eten, de eetbare tuin en wildplukken

4 Antwoorden op “Mijn april-challenge: elke dag onkruid eten”

  1. Wat superleuk dat je elke dag meerdere recepten hebt gemaakt van onkruidplanten! Heel inspirerend.

    1. Dank voor je leuke reactie Michelle, ben je zelf ook wat gaan proberen? Groet, Katja

  2. Geweldig! Wat een heerlijke recepten!

    1. Katja Staring zegt: Beantwoorden

      Dankjewel Ageda, alles is het proberen waard, behalve dus de gestoofde hopscheuten 😉

Geef een reactie