AVONTUURLIJK TUINIEREN * Het snoeiseizoen loopt zo’n beetje van februari tot begin april. Eerst heesters waar straks vogels in gaan nestelen, daarna fruitbomen (voor de bloei), en voorts nog een hortensia of klimplant. Ik snoeide op mijn tuin Verderland vooral de knotwilgen op de tuin en maakte daar van alles van, net als mijn tuincollega’s. Kijk hoe we onze wilgen knotten en wat we ermee deden en ontdek nog meer inspiratie.


Linksonder zie je de takkenschaar Star Cut waarmee je heel hoog kunt snoeien door een soort trekmechanisme. Op dit filmpje zie je hoe ik ermee werk.
Wilgen knotten en gebruiken
Wilgen hebben om de twee/drie jaar een knotbeurt nodig, anders worden de takken topzwaar en kan de boom op den duur omvallen. De knotwilgen op de ondernemerstuin waar Verderland te vinden is, waren al een tijdje niet meer aangeraakt. We proberen daar nu weer vorm in te krijgen. Van het snoeihout maakten we van alles.
Deze wilgentakken kun je op verschillende manieren gebruiken.
De groeikracht benutten
Het toffe van wilg, is de enorme groeikracht. Als je de takken (net als van vlier en hazelaar) vroeg in de winter in de grond zet, zullen ze 9 van de 10 keer opnieuw gaan uitlopen. Je kunt er dus van alles mee bouwen, en daarna groeit het door en wordt je bouwwerk dus ook deels groen.
Ook maakten wij op ons tuinterrein Un Bietje Groen in Tilburg bij verschillende ondernemerstuinen een poort, door twee dikke wilgentakken naar elkaar toe te buigen en in het midden met touw aan elkaar te knopen. Ik laat de foto zien als mijn Verderland-poort straks groen is. Hij ziet er nu na 2 weken al veelbelovend uit: de wilg maakt knoppen aan dus ik verwacht een groene entree.
De souplesse benutten
Omdat de jonge twijgen soepel zijn, kun je er ook mooie vlechtschermen mee maken, of een wild klimrek voor bonen of siererwten.
De restanten toepassen
Restjes snoeihout kun je in een takkenril verwerken. Kortere eindjes verwerk je in een insectenhotel. En van de hele kleine twijgjes maak je plantengroeimiddel.
Nodig voor wilgen knotten
Nodig voor het zelf wilgen knotten:
- zaagje
- hoog reikende snoeischaar
- lagere snoeischaar
- een tweede persoon voor het aannemen van de takken
Een wilg hoor je helemaal kort te knotten. Over het algemeen doe je dit eind februari, begin maart. Als er een rij staat aan weerskanten van een sloot, zie je vaak dat het ene jaar de bomen aan de ene slootkant en het volgende jaar die aan de andere slootkant wordt geknot. Ook kun je een rijtje wilgen om en om knotten. Dat is vaak wat fraaier voor het aanzicht.
Takkenril

Wiglo

Lees verder voor de instructie voor het maken van een wiglo (wilgen-iglo).

Vlechthekje

Cosy corner

Zo maak je een wiglo
Einde winter worden wilgentenen geknot. Daarvan kun je een wiglo vlechten, een iglo van wilgentenen. Of je maakt een wilgentenen afscheiding, een pergola, boog, of zelfs een heel wilgenlaantje. In een dag heb je zoiets staan.
Er is misschien een boer of tuinbezitter in je buurt die gaat knotten en die je graag een paar bussels takken wil doneren. Of informeer eens bij een hovenier of natuurorganisatie in je omgeving. Er zijn ook gespecialiseerde bedrijven die wilgentenen leveren.
Gebruik vers geknotte en dus nog levende takken, zonder loof, van circa 2 tot 3 centimeter doorsnede. Die zijn buigzaam en makkelijk te vlechten.
Zo ga je te werk
- Boor gaten van 50 centimeter met een grondboor, op 50 centimeter van elkaar.
- Vul die met water.
- Steek in elk gat 2 tot 3 takken.
- Maak de gaten weer dicht met aarde.
- Vlecht de takken door elkaar in de vorm die je wilt. Per gat laat je 1 tak omhoog gaan, de andere buigen opzij om ze daar met andere takken te vervlechten.
- De takken gaan wortelen en schieten in het voorjaar uit, zo ontstaat een groene beschutting.
TIP: maak wilgengroeimiddel
Wilgen bevatten een stofje dat de groeihormonen van stekjes en jonge plantjes stimuleert, auxine. In februari en maart knip je wat piepjonge lichtbruine uiteindjes van de wilgentakken. Die knip je vervolgens in kleine stukjes van een centimeter of 5. Laat ze 24 uur trekken in een emmer regenwater, of giet er kokend water over. Laat 24 uur staan. Dit aftreksel kun je nu per plantje een scheutje geven. Doop ook eens nieuwe stekken in dit wilgenwater. Bewaar het maximaal 2 maanden in de koelkast, maar liefst gebruik je het meteen. Als je de bast van jonge wilgentakjes droogt en tot poeder vermaalt, heb je stekpoeder.