Groene leesboeken voor seizoen 2023

groene boeken review 2023

GROENE BOEKEN * Afgelopen tijd kreeg ik weer een stapel groene boeken in handen, van collega-tuinboekauteurs, om te gebruiken als inspiratie voor nieuwe projecten. In dit overzicht bespreek ik er een aantal die ik de moeite waard vind.

Mijn aandacht trekt momenteel vooral naar boeken die over natuur of tuinbeleving gaan, en meer ‘leesboek’ dan praktisch doeboek zijn. Voor mijn project natuurdwalen lees ik momenteel graag auteurs die schrijven over hun persoonlijke belevenissen in natuur, landschap of tuin. Zij inspireren me en wie weet wil ik ze straks nog interviewen om nog meer te weten te komen over hun persoonlijke ervaringen in de natuur.

Op de huid van de heide van Piet J. van den Hout

Op mijn nachtkastje ligt nu dit boek. Ik lees het ´realtime´. Jurist en bioloog Piet J. van den Hout beschrijft per maand zijn belevenissen in een natuurgebied waar ik zelf ook veel wandel, namelijk De Regte Heide bij mijn woonplaats Goirle. Elke maand lees ik wat hij in die periode ziet en tegenkomt, en dat zijn bijna allemaal vogels die ik wel ken van naam (de roodborsttapuit bijvoorbeeld), maar niet zelfstandig herken, of waarneem aan zang, vliegwijze of kleur. Want al weet ik talloze kleine kruidjes en kiempjes bij naam, en kan ik in de tuin best de pimpelmees van de koolmees onderscheiden, een echte vogelaar worden lukt mij maar niet. En toch vind ik dit boek aangenaam om te lezen. Piet ziet wat ik niet zie, maar schrijft erover, en dat is voor mij voldoende. Het zal er vast ook aan liggen dat hij veelal in de vroegte op pad gaat: voor avondmensen als ik een uitdaging, hoewel hij me inspireert dat toch eens een keer te wagen. Op tijd naar bed binnenkort dus, om de vogelaar in mij wakker te schudden!

Maar, het boek gaat over meer dan vogels. Die zijn slechts aanleiding om te natuurdwalen. Piet treedt met zijn verrekijker in het landschap, met de vogels als lokkertjes, maar ervaart ook zijn aanwezigheid daar buiten intens. Een aansprekende frase over een verschijnsel dat ik herken van mijn eigen dwaaltochten: “Eenmaal op de heide volg ik een zandpad dat op kaarten van twee eeuwen geleden al te zien is. Aangedrukt door generaties van voeten, hoeven en karrenwielen dringt het regenwater er moeilijk meer in door, zodat er na een flinke bui meteen enorme plassen op staan. Omdat het windstil is, zijn dat kraakheldere spiegels geworden. In een van die spiegels zweven roze, witte en grijze wolkjes in een blauwe lucht. Traag erlangs lopend kijk ik in de plas. De wolken komen in beweging, waardoor het lijkt alsof ik een hemelgewelf binnenga. Het brengt me in een lichte trance.”

Mild tuinieren van Brenda Froyen

De Vlaamse Brenda Froyen schreef een superaanstekelijk leesboek over haar eigen natuurtuinavontuur. De hoofdstukken lezen heerlijk weg als columns en zijn herkenbaar voor elke hedendaagse tuinier die zijn best doet een ecologisch paradijsje rond het huis aan te leggen.

Ook gaat het boek over de relatie tussen mens en natuur, en mentale gezondheid, een onderwerp waar Brenda al eerder boeken over schreef. Ik lees ‘Mild tuinieren’ met een grote glimlach en knikkend hoofd, over haar belevenissen tijdens het zetten van schreden op het natuurtuinpad. En ik roep ‘jaaaa’ wanneer ik lees dat mensen haar adviseerden meer ‘rust’ in haar leven te brengen, maar dat ze er op een gegeven moment achter komt dat dit voor mensen zoals zij die rust staat voor ‘evenwicht’. En dat ze dit uiteindelijk vindt in het aarden, letterlijk met de handen in de grond. De tuin heeft een positieve impact op haar mentale welzijn.

Ze schrijft: “De tuin bracht me rust, niet door er in te zitten, maar door actief aan de slag te gaan. Rust in actie. De puzzelstukjes vielen in elkaar. Dat wat ik zo lang had gezocht, had al die tijd gewoon voor mijn neus gelegen.” En toch vervalt ze ook in de staat van nietsdoen dat elke tuinier zal herkennen, wat zich vertaalt zich naar: kijken. Naar een net ontkiemd zaadje, een opkomende vaste plant, een worm, een mier, een merel. Dat ‘nietsdoen’ leidt tot nadenken over het hoopvolle dat schuilt in het zaaien, het planten van bollen, knollen of pollen: in het hier en nu toch bezig zijn met de toekomst. Brenda haalt enkele onderzoeken aan die aantonen dat groen de mens goed doet. De biodiversiteit, of eigenlijk het gebrek eraan, zette haar ertoe aan om met tuinieren te beginnen. Ik vind dit boek een aanrader voor iedereen die tuiniert. Voor de herkenning, over dat het je in balans brengt, en dat tuinieren je als mens zo ongelooflijk veel goeds en helends kan brengen.

Bram fietst van Bram Witvliet

Twaalf jaar lang fietste Bram Witvliet Nederland door, en deed élke woonplaats aan. Het fietsen greep hem al jong en autorijden, daar doet-ie niet aan. “De fiets daarentegen is een geniaal vervoermiddel. Gezond voor lichaam en geest en je doet er de aarde geen pijn mee”, aldus Bram. Hilarisch is het verhaal dat hij op de middelbare school in een dubbel tussenuur een sneltreinvaart van Eindhoven naar Tilburg fietste, met de trein terugreed en naar school croste om weer op tijd in de volgende les te zitten. Heroïsche fietsanekdotes…

Bram, leraar klassieke talen, bedacht eind 2006 in jeugdige overmoed een challenge (inclusief contracten met vrienden en familie) zijn provincie Noord-Brabant door te fietsen langs elke woonplaats. Dat beviel, dus daarna volgden Limburg en de rest van Nederland, inmiddels liet hij zich sponsoren voor goede doelen. Het Drentse dorp Amen, toepasselijk uiteraard, was het sluitstuk van deze twaalfjarige actie.

In Brams boek ga ik de komende tijd op zoek naar fragmenten die raken aan natuurdwalen gelinkt aan fietsen. Ik trof alvast dit citaat: “Fietsen is een uitstekende activiteit om de maalstroom aan gedachten goeddeels uit te schakelen of mee te laten deinen op de cadans van je benen, in het voorbijschietende landschap, op de riffs van Sigur Rós of op het waaien van de wind.” Pedaleren doet filosoferen, zegt Bram. En zo is dat, als je je traag beweegt door het landschap.

Huisgenoten, insecten in en om je eigen huis van Aglaia Bouma

In dit boek verhaalt entomoloog en columniste Aglaia Bouma boeiend over allerlei beestjes die je in je directe leefomgeving kunt aantreffen. Ze werkt veel mee aan projecten rond natuurbescherming en -educatie in woonbuurten. “Als over stadsnatuur gesproken en gedacht wordt, heeft men het meestal over het openbaar groen en hoe grotere dieren als egels en vogels zich daar kunnen handhaven. Maar de verborgen natuur wordt over het hoofd gezien. Er zijn honderden, zelfs duizenden, dier- en plantsoorten die zich door hun geringe grootte niet dagelijks aan ons opdringen. Maar ze zijn overal te vinden. Een tuin, perkje of balkon is voor veel insecten een uitgestrekt landschap en is daarmee te zien als een natuurgebied op zeer kleine schaal.”

Al dat gefriemel in die ‘miniatuurnatuur’ belicht Aglaia Bouma op een vermakelijke en fijne manier, waardoor je ongedwongen een heleboel leert over al die kleine kruipers en vliegers om ons heen. Zo krijg je respect voor zelfs de limonadewesp, de mot, de kakkerlak, de oorworm en de mug en duik je in je tuin of onderweg met veel nieuwsgierigheid het insectenlandschap in. Dat geeft me weer inspiratie qua natuurdwalen, dat miniatuurlandschap… Ga ik over verder prakkezeren.

Een krui-tocht over Aarde van Jan Kleefstra

In 2022 liep realistische idealist en ondernemer Henry Mentink met een kruiwagen vanuit de Betuwe naar Parijs, om bij de Unesco te gaan vragen of de Aarde op de werelderfgoedlijst kon worden gezet. Dichter Jan Kleefstra vergezelde hem deels op deze tocht van 500 kilometer en 45 dagen. Ik sla het boek af en toe open voor een mooi dwaalfragment. Zoals dit, geschreven in het bosgebied De Grand Octogone van Choisy-au-Bac: “Het bos is hier meer zichzelf. Zonder al te veel te beletselen recht de hemel in. […] Het is vreemd een koekoek te horen, maar er groeien ook gele plompen en hangende zegge, er zingt een merel net als thuis. Het is fijn dat een ver zicht tussen de stammen door eenzelfde verlangen oproept, om in haar te verdwijnen, waren er niet de kraaien die je altijd weer verraden.”

Tuinboeken

Nieuw verschenen en de moeite waard:

  • Oma’s groene tuintips: geschreven door tuinboekauteur Casper Boot, die eerder Je eigen paradijs schreef en ook de podcast Tuinbroekies maakt met Naan Eldering. Dit boek heeft een originele insteek, want Casper heeft de tips die je van ‘oma’ of oudere tuiniers krijgt, omgedraaid. Vaak komen die wijze adviezen namelijk de biodiversiteit niet ten goede, omdat die generatie met de gifspuit, kunstmestkorrel, flink spitten en een ‘smetteloos’ gazon is opgegroeid. Casper is je nieuwe wijze oma en geeft een hedendaags antwoord op alle 52 tuinvragen die je door het jaar heen kunt hebben. Dus: wat je met slakken, wateroverlast, ongewenste dieren, kattenpoep, vliegjes, wespen en een ‘vieze vijver’ kunt aanvangen op een natuurlijke manier.
  • Minibos in je tuin: inspiratie, voorbeelden en stappenplan voor de eigen tuin
  • Elke week bloemen op je bord is het net verschenen boek van Anna Koster, expert eetbare bloemen. Ze biedt je elke week van het jaar een eetbare bloem, van tulp tot paardenbloem, van vergeet-me-nietje tot fuchsia en in de wintermaanden zelfs twee eetbare kamerplanten en bij elke bloem staan leuke tips en een inspirerende tekening. Een perfect cadeauboek voor liefhebbers van bloemen en lekker en bijzonder eten.
  • Moestuingirl: over hoe je groente, fruit en kruiden teelt, met 19 doe-het-zelf-projecten vooral voor in huis of op een balkon of patio – het woord ‘moestuin’ in de titel vind ik wat misleidend.

Andere groene boeken

In Het Groene Poetsboekje kun je kezen hoe je simpel en duurzaam je huis schoonmaakt. Auteur Diet Groothuis schreef eerder over poetsen en dit boekje is echt heel handig voor mensen zoals ik, die een bloedhekel aan huishoudelijke klusjes hebben en ook geen idee hebben hoe wat werkt, want nu eenmaal niet gezegend met een oma of moeder die dat hebben overgebracht. Diet vertelt dat je alleen soda, groene zeep en schoonmaakazijn nodig hebt en dat is goed nieuws, want ik heb ook geen zin in een gootsteenkastje vol flessen met vage middeltjes. Het boekje staat nu in mijn keuken en ik raadpleeg het zo nu en dan bij een klusje als witte aanslag op het aanrecht of in de douche, de roestvrijstalen gootsteen cleanen en stofzuigen (met lange halen ben je sneller en ga op je knieën zitten: dan zie je stof beter in hoeken en gaten: kijk daar heb ik wat aan). Eén dingetje mag wat mij betreft in een tweede druk aangepast worden: liever gebruik je geen azijn op je groene tuintegels, maar schrob je dat eraf met een (staal)borstel en heet water. Lees hier waarom azijn killing is voor je tuin.

Ik las ook met grote interesse het boek Natural Skills van Janine W. Schimmelpennick over mentaal welzijn en je innerlijke natuur.

Lees ook mijn andere boekenblogs

Geef een reactie

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze website houdt statistieken van uw bezoek bij. Wij gebruiken hiervoor Google Analytics, maar zonder persoonlijke gegevens door te geven. Geef hier uw keuze aan.