AVONTUURLIJK TUINIEREN * Welke goede tweedehands tuinboeken kun je vinden op verkoopsites, bij antiquariaten, boekenmarkten, in kringloopwinkels of boekenkastjes? Ik geef een overzicht van een aantal all time favourites en laat weten welke boeken je juist kunt laten liggen.
Van een oudere tuinier kreeg ik een aantal jaren geleden een boek in handen gedrukt. Hij was zelf opgehouden met zijn geliefde hobby vanwege zijn vergevorderde leeftijd, en droeg nu graag het werk wat hij altijd als dé handleiding had beschouwd, aan mij over. Een hele eer. Maar toen ik het boek opensloeg, las ik dingen die absoluut niet meer actueel zijn. Op de ene na de andere bladzijde adviseerde de schrijver allerlei inmiddels verguisde en verboden middelen te spuiten en sproeien, in uiteenlopende verhoudingen. De schuur van de tuinier zag er in de jaren zestig klaarblijkelijk uit als een half chemisch lab.
Ruim een halve eeuw later is bekend dat gebruikers van glyfosaat Parkinson en ALS krijgen, en je met al dat spul zowat al het leven kilt, ook die mooie vlinders en hommels die je bloemen bestuiven, inclusief dieren die tuiniers als een cadeau beschouwen: de schattige egel en die vrolijke vogels. We weten dat je juist beter de balans in je tuin kunt bevorderen met zoveel mogelijk verschillende planten en dieren, ook slakken en de bladluizen horen erbij, en netjes knippen en schoffelen is ‘uit’. We weten dat azijn vooral het belangwekkende bodemleven om zeep helpt en dat we planten beter kunnen voeden met een zelf gebrouwen gier van brandnetel of heermoes. De moderne tuinier juicht vandaag bij het zien van zevenblad, want daarvan maak je heerlijke pesto. En je zoekt écht niet meer in het register bij de W van Winterklaar maken, zo passé! Het moderne tuinboek is dus een boek dat gaat over ecologisch beheer.
Handig, zo’n pil
Het betreffende boek van de oude tuinier heb ik toch nog bewaard. Die dikke pil doet nu namelijk heel praktisch dienst als verhoging onder mijn laptop tijdens het beeldbellen. Dat soort immense stoeptegels met titels als ‘Het complete tuinboek’ of ‘Tuinieren, het hele jaar’ wordt nu nauwelijks meer gemaakt. Boeken waarin élk aspect van het tuinieren tot in detail wordt beschreven van ‘hoe snoei ik de taxus’ tot ‘hoe kweek ik vissen’ tot ‘zo kunt u een chrysantenstek nemen’ zijn niet meer nodig. De meeste informatie vind je nu op internet met filmpjes, blogs, online cursussen en artikelen op Groei.nl en complete plantoverzichten op bijvoorbeeld Appeltern.nl en sites van gespecialiseerde kwekers.
Na een eeuw nog actueel
Toch zijn er tuinboeken die na zowat een eeuw, of meer, nog steeds actueel zijn, namelijk de literaire tuinboeken. Zo verscheen in 1932 de Nederlandse vertaling ‘Het jaar van den tuinman’ van de Tsjechische schrijver Karel Ĉapek, met strakke pentekeningen van zijn broer Josef, dat in 2003 nog in een actuelere versie is uitgegeven door Gianotten in de serie Tuinliteratuur. Het boek is van A tot Z een geweldige beschrijving van het wel en wee van een tuinier, die anno nu nog altijd doet schaterlachen van herkenbaarheid en hilariteit.
Ook ‘Langs het tuinpad’ van de Britse schrijver Beverly Nichols is een verhaal dat nu nog sympathiek wegleest, hoewel het gaat over een vervlogen tijd. En dan is er nog de klassieker uit 1898 van Elizabeth von Arnim, waarin zij vooral in het eerste deel fijngevoelig en tegelijkertijd grappig schrijft over haar tuin en haar gekibbel met de tuinman die alles in rijtjes wil planten, terwijl zij juist – heel eigenzinnig voor die periode – juist in groepen door elkaar wil variëren. “Maar zelf echt met de handen in de aarde wroeten, dat was voor een dame van haar stand werkelijk ondenkbaar. Ze schrijft over de tuinman: “Misschien houdt hij ook niet van de passages uit tuinboeken die ik hem soms voorlees als hij bezig is iets nieuws te planten of zaaien. Omdat ik zelf zo hulpeloos ben, leek het me eenvoudiger om, in plaats van dingen uit te leggen, het hele boek maar mee te nemen en hem de wijsheid direct uit de bron te doen toekomen (…) terwijl hij aan het werk was. Ik begrijp best dat het irritant moet zijn (…) Ik lach wel eens achter het boek om zijn van afschuw vertrokken gezicht en wilde dat er een foto van ons gemaakt kon worden, zodat ik over twintig jaar, als de tuin een lieflijk paradijs is en ik alles onder de knie heb, nog eens kan denken aan mijn eerste gelukkige worstelingen en mislukkingen.” Eveneens dit boek verscheen in 2003 in dezelfde reeks van Gianotten onder de titel ‘Elizabeth en haar Duitse tuin’.
Alle tuincoryfeeën bij elkaar
In het recente Engelstalige boek ‘Life in the garden’ beschrijft schrijfster Penelope Lively de geschiedenis van het tuinieren. Ze lardeert haar relaas met fragmenten uit boeken van bekende schrijvers als Virginia Woolf, Beatrix Potter en Daphne du Maurier en bekende tuincoryfeeën als Gertrude Jekyll en Vita-Sackville West van het bekende Sissinghurst. Ze knoopt handig de hele Britse tuinhistorie aan elkaar en dat maakt haar paperback fijn om af en toe wat uit te snacken. Verder noemenswaardig is ‘Filosoferen in de Tuin’ van Damon Young, die alle denkers van afgelopen eeuwen beschrijft vanuit hun omgang met de natuur en de tuin, zoals de wufte Aristoteles die een botanische tuin aanlegde en daarover een verloren boek schreef, tot de buitengewone haat die Jean-Paul Sartre koesterde voor het buitenleven.
Hollandse tuinlectuur
In Nederland is langer houdbare tuinlectuur te vinden in boeken van Romke van der Kaa, die humorvol en herkenbaar schrijft, geheel in de stijl van Karel Ĉapek. In De Getemde Wildernis schrijft de auteur: “Nederlandse tuinboeken blinken vaak uit door hun belerende en serieuze toon. Terwijl tuinieren toch een ontspannende bezigheid zou moeten zijn, wordt u door deskundigen gedreigd met hel en verdoemenis als u de druif niet op tijd snoeit of de tulpen niet bijtijds de grond in hebt. (…) Ik hoop wel dat u tijdens het lezen af en toe om uw eigen tuin, of om de mijne, zult kunnen lachen.”
En tot slot is het boek ‘Tuin in de branding’ een heerlijke bundeling teksten van onder andere Adriaan van Dis, Rudy Kousbroek en Maarten ’t Hart. Een groepje schrijvers en journalisten leverden onder pseudoniem jarenlang verhalen, verzen en liedjes aan het clubblaadje van volkstuinencomplex Nieuw Vredelust in Amsterdam, dat daardoor steeds poëtische bijdragen bevatte naast de gebruikelijke huishoudelijke mededelingen. Vooral de tuinperikelen door Cor de Niet – pseudoniem van Maarten ’t Hart – zijn zeer amusant om te lezen.
Praktische behoefte
Waar de tuinier van tegenwoordig praktisch behoefte aan heeft, is actuele informatie en vooral inspiratie op deelgebieden: dahlia’s kweken, pluktuinen aanleggen, moestuinieren, voedselbossen planten, natuurtuinieren, bonte borders aanleggen, wilde planten herkennen of guerrilla gardening in de stad. Hoewel er vroeger zeker themagidsjes waren met titels als ‘Ons vijvertje in de tuin’ en ‘Het gazon’. Dat laatste (met toch nog 88 pagina’s) zal in deze vorm nooit meer verschijnen, maar anno 2023 zou over hetzelfde onderwerp een machtig koffietafelboek kunnen verschijnen met als titel ‘wilde weide’, want het smetteloze biljartlaken van weleer zien we inmiddels liever als een wuivende halmenzee. En wat zestig jaar geleden alleen was voorbehouden aan een enkele geitenwollen sok, is het sinds enkele jaren in tuinboeken heel normaal dat de liefde voor slak, bladluis en brandnetel wordt bezongen.
Er zijn honderden, duizenden tuinboeken. Mijn eigen boekenkast bezwijkt er zowat onder en elk jaar komen er weer wat titels meer in te staan, ofwel van mijn eigen hand, of van collega’s. Wat is dat toch? Steeds weer een tuinboek willen? Omdat er elk jaar een nieuw seizoen begint, en omdat je elk jaar weer wat wilt uitproberen. En omdat er elk jaar een winterseizoen is, waarin er weinig in de tuin gedaan kan worden. Dan zoeken wij tuiniers graag ons toevlucht tot mooie plaatjes en zoete woorden. Tot die eerste lentedag weer aanbreekt.
EXTRA TUINBOEKTIPS
Tuinliteratuurklassiekers
- De tuin die wij maakten – Margery Fish
- Elisabeth en haar Duitse tuin – Elizabeth von Arnim
- Filosoferen in de tuin – Damon Young
- Het jaar van de Tuinman – Karel Ĉapek
- Langs het tuinpad – Beverly Nichols
- Life in the Garden – Penelope Lively
- Vrouwen met groene vingers zijn buiten gewoon– Claudia Lancanfroni, Sabine Frank met een voorwoord van Modeste Herwig
Liefde voor alles wat leeft
- De tuinjungle, tuinieren om de wereld te redden – Dave Goulson
- Het brandnetelboek – Natasja van der Meer
- Leve de Bodem – Anne Marie van Dam, Caroline de Vlaam
- Onkruidboek – Suze Peters, Lotte Stekelenburg, Caroline Zeevat
- Plaagdierboek – Suze Peters, Lotte Stekelenburg
Helemaal van deze tijd
- Guerrilla Gardening – Cerian ‘Jenny’ van Gestel
- Stoepplantjesalbum – Hortus Botanicus Leiden
- Tuinieren met wilde planten – Martin Stevens
Eetbaar tuinieren
- De Moestuin – Floor Korte
- Een kleine eetbare tuin – Madelon Oostwoud
- Seasons Moestuin – plantaardig moestuinkookboek van Jessica Koomen
- Voedselbos – Madelon Oostwoud
- Zilt – Annette van Ruitenburg, Ellen van Straten, Sabien Bosman
Mijn eigen boeken
- Iedereen kan avontuurlijk tuinieren, i.s.m. Nienke Plantinga
- Liefde voor dahlia’s, i.s.m. Marlies Weijers en Linda van der Slot
- Plantchemie
- Maak je eigen dieren-tuin, i.s.m. illustrator/bioloog Kim Merel Veenstra
- Van tegeltuin naar jungle
3 eco-aanraders uit mijn kast
- De onderwereld van de tuin – Romke van der Kaa
- De ongespitte tuin – Charlie Nardozzi
- Natuurlijk Tuinieren – Bob Flowerdew
Typisch seventies/eighties
Nog steeds interessant en actueel, met de typerende vormgeving en illustraties uit die tijd:
- Bladwijzer – Treeske Blase, Anneke Hohman
- De moestuinen van Twekkelo – Pieter Boxman (deels nog actueel, op wat ouderwets spitten na)
- Met mijn tuin in de wolken – An Rutgers van der Loeff
- Plantaardigheden – Treeske Blase, Anneke Hohman
- Rozegeur en zonneschijn – Marja Roscam Abbinge
- Tuinplanten in kleur deel 1 en 2 – Eigil Kiaer
Superhandig
De ‘Plantenvinder’ is het enige tuinboek met een alfabetische lijst van 45.000 vaste planten, bomen, heesters, bollen en zaden die in Nederland en Vlaanderen bij ruim 140 kwekerijen te koop zijn.
Hollandse klassiekers: Rob en Modeste Herwig
In 1966 publiceerde Rob Herwig zijn eerste boek. Daarna ging hij los! Er volgde een megaproductie over tuin- en kamerplanten in het algemeen en het bijzonder, over tuinieren, snoeien, zaaien, vijveraanleg, werk besparend tuinieren en klussen. Helemaal in de flow van de jaren zestig, zeventig en tachtig, toen meer mensen een tuin en meer vrije tijd kregen en dus vroegen om basisinformatie. Later stapte hij over naar het fenomeen e-book, samen met zijn dochter Modeste, ook al zo’n publicatiekanon. Modeste richt zich op thema’s voor het publiek van nu, zoals hoe je een theetuin of pottentuin aanlegt, hoe je borderplannen maakt, en hoe je een kleine tuin interessant inricht. Een van de favorieten van tuinontwerpers is haar ‘Tuinplantenencyclopedie op kleur’, met 2500 soorten om uit te kiezen wanneer je je border als een aquarel wilt vormgeven.
Lees in je tuin!
Meer over groene boeken
- Groene winterboeken
- Groene zomerboeken
- Groene vakantieboeken
- Boek over de wereld redden door niets te doen
- Wildplukboek van Yvette van Boven