DRENTHE-TIP Normaal lopen wij aan ‘onze’ kant het Dwingelderveld op, maar dit keer gaan we eens een stuk verderop aan de wandel. Prachtig gebied ook, met heel veel afwisseling en ook nog smaak: we oogsten bramen en blauwe bessen.
Route: vanaf parkeerterrein bij het infocentrum aan de Oude Postweg 12 in Spier
Lengte: ca. 9 kilometer
Onze wandeling leidt door een minder bekend stukje van het natuurpark Dwingelderveld. Bij het parkeerterrein voor informatiecentrum aan de Postweg in Spier zijn we het bos ingelopen.
De herfst begint te kietelen. Het oude blad geurt naar zoete rotting. Er groeien tonderzwammen aan oude stammen en in het bos rommelen merels, op zoek naar kevers. Boomklevers tjoepen tegen de stammen omhoog. Toch is de nazomer er ook nog: het is lekker warm, er bloeien wilde bloemen en we oogsten onderweg handjes bramen en blauwe bessen.
Over zandpaden komen we langs lege velden met stompen. Daar wordt nu de zogeheten ‘dunningszaag’ in de sparren en lariksen gezet. Honderd jaar geleden was dit een houtplantage. Anno 2018 gaat dit gebied weer ‘terug naar de natuur’, dus moeten die uitheemse bomen weg, om plaats te maken voor zomereik, grove den, beuk en berk. De kap wordt met beleid gedaan: bomen met nestholtes en plekken met mierenhopen en dassenburchten blijven gespaard.
Een plant die hier ook van nature thuishoort, is de jeneverbes, de enige wettelijk beschermde struik van Nederland. Op het Lheebroekerzand en in de rest van dit Nationale Park Dwingelderveld staan er wel duizend.
Hier en daar bloeit de heide nog, paarse vlekjes in het veld. Het is er zompig, want we zien de moerasplant veenpluis: net watten op een stokje. En we horen watervogels wegwieken achter het struweel. Minder zichtbaar is de ondoordringbare laag onder de grond. Het regenwater kan daardoor niet wegzakken en stroomt naar heidevennen, plassen en moerassen. De watertjes waar we langskomen, dragen fraaie namen als Meeuwenplas, Wolfklauwtjesveen en Adderveen.
Midden op de hei grazen schapen en we komen midden in het bos zelfs een weitje met koeien tegen.
We zijn expres tegen het einde van de middag gaan wandelen, want dan heb je meer kans om reeën te spotten. En zowaar, we zien er twee aan de rand van de hei. Ze staan daar prachtig, in de laatste zonnestralen. De grassen en boomstammen gloeien nog even goudgeel op, dan zakt de zon achter de bomen en navigeren wij terug door het bos.
TIP: dagtrip in combi met Bezoekerscentrum Natuurmonumenten
Deze wandeling is goed te combineren met een lunch- of koffiebezoek aan Bezoekerscentrum Dwingelderveld van Natuurmonumenten in Ruinen. Er is daar een inspirerende winkel, er zijn wisselende exposities en activiteiten en een kast vol bijzondere natuurvondsten, waarmee ik een Nature Flatlay mee mocht maken voor bij dit verhaal. Op het buitenterrein tref je een kikkerpoel, tuin, ontdekpad en een speeltuintje. En even verderop is er een schaapskooi.