AVONTUURLIJK TUINIEREN * “Wat heb jij een hoop vlinders in je tuin, hoe doe je dat?”, vroeg een volger op Instagram. Nou, dat is op zich vrij simpel. Ik zorg voor bloemen die vlinders én hun rupsen lekker vinden. Ik verklap je 11 tips voor een vrolijke vlindertuin, en heb een uitgebreide lijst met 79 vlinderplanten voor je samengesteld.
In Nederland komen er 54 dagvlindersoorten voor, maar wist je dat er ’s nachts wel 2000 nachtvlinders zijn? Dat zijn niet alleen saaie bruine motten, er zitten de prachtigste exemplaren tussen. In een gemiddelde tuin met genoeg nectar kunnen er minimaal 100 dag- en nachtvlindersoorten voorkomen.
Nachtvlinders (ook wel motten) zijn vaak schitterend van kleur, patroon en vorm. Hun spanwijdte varieert van vijf millimeter tot wel twintig centimeter. Het zijn mysterieuze verschijningen, met fantasierijke namen als huismoeder, lieveling of witvlekesdoornhaakpalpmot.
Motten vormen een belangrijke voedselbron voor vleermuizen, spinnen en vogels. Bijvoorbeeld de koolmezen in je tuin zouden verhongeren zonder nachtvlinderrupsen. Ze eten de eitjes, rupsen en poppen. En veel mottenrupsen helpen met het opruimen van ‘rommel’. Zoals rupsen van pelsmotten, die eten afval en pluimpjes in vogelnesten, of de hommelnestmot, de rups ervan leeft in hommelnesten.
Help vlinders in Nederland
Vergeleken met 1950 hebben we nu nog maar 54 dagvlindersoorten die zich in ons land voortplanten, rond 1950 waren dat er nog 71 (17 soorten zijn uitgestorven). Daarnaast zijn veel vlinders in ons land teruggedrongen tot kleine natuurgebieden. Alleen vlinders die weinig eisen stellen komen nog veel voor op allerlei andere plekken. Ook nieuwe soorten rukken op, vanwege de veranderingen in het klimaat.
Al met al zijn er steeds minder vlinders in Nederland door het wegvallen van nectarplanten en voortplantingsplekjes.
En waarom zijn vlinders belangrijk? Ze zijn bestuivers van planten. Ze zorgen er dus voor dat planten dus vruchten en zaden dragen, die wij weer eten. Bestuiven doen vlinders, maar ook bijen, kevers, wespen, mieren, zweefvliegen, vliegen, wespen en muggen.
Verder zijn vlinders prooi voor vogels, muizen, vleermuizen, spinnen en andere insecten.
Als je voor vlinders zorgt, zorg je ook goed voor de rest van de natuur, en jezelf.
Zo verwelkom je vlinders in je tuin of op je balkon:
1. Zorg voor bloei van februari tot november
Zorg dat je al bloei hebt vanaf februari/maart. Vlinders zijn dan al op zoek naar nectar. En probeer het bloeiseizoen zo lang mogelijk te rekken, tot begin van een relatief warme november kunnen er nog vlinders rondvliegen.
Vroege bloei krijg je met voorjaarsbollen (krokus, blauw druifje) en zomerbollen (allium en dahlia), en daar tussendoor zaai je wat eenjarig bloemenzaad. Verdere vroegbloeiers voor een aantrekkelijke vlindertuin zijn winterheide, sleutelbloem en vrouwelijk wilgenkatje. Ook een vroege topper is… de paardenbloem.
2. Verwelkom planten van eigen bodem
Bloemen van eigen bodem zijn het beste voor vlinders uit onze biotoop. Ze zijn nu eenmaal voedzamer, want door eeuwenlange evolutie zijn deze op elkaar ‘afgestemd’.
Vaak groeien die planten al vanzelf gratis in je tuin, maar zie je ze als onkruid. Denk aan: brandnetel, paardenbloem, distel, teunisbloem, wilde kamperfoelie, avondkoekoeksbloem en boterbloem. Laat ze staan en je hebt vanzelf al meer kans op een aantrekkelijke vlindertuin.
Let op: je kunt tegenwoordig in veel winkels allerlei ‘wilde-bloemzadenmixen’ of ‘vlinderzaden’ en dergelijke kopen. Check goed op de verpakking wát daar voor zaden in zitten. Vaak is dat vrij schimmig en zijn het lang niet altijd zaden van inheemse planten, laat staan biologisch. Koop je zaden liever los bij De Bolster, Cruydthoeck, Van der Wal of andere biologische merken.
4. Bied landingsbanen en slurpbloemen
De meeste vlinders halen op talloze bloemen nectar en stuifmeel, ze zijn minder kieskeurig dan bijen. Vlinders zoeken bepaalde bloemtypen om nectar op te zuigen: bloempjes met een lange kroonbuis. Andere insecten zoals bijen en hommels kunnen daar met hun veel kortere tong niet bij.
Vlinders gebruiken hun lange roltong als een soort ‘rietje’ om nectar op te slurpen. In een diepe narcis of volle roos lukt ze dit niet. Dus als je planten aanschaft, kijk of de bloemen ‘open’ zijn en zodoende landings- en slurpkansen voor vlinders bieden.
5. Koester rupsen en de planten die ze lusten
Besef dat die rups die de Oost-Indische kers of kool in je moestuin opvreet, straks een koolwitje wordt…
Alle vlinders hebben eenzelfde levenscyclus, maar elke soort heeft een ander moment in het jaar om daarmee te beginnen. En sommige soorten brengen meerdere generaties in een jaar voort.
De cyclus is als volgt:
- Het vlindervrouwtje zet de eitjes af op de waardplant.
- Uit het eitje komt een rups en die vreet de bladeren van de waardplant.
- De rups vervelt een aantal keer, omdat hij letterlijk uit zijn vel groeit.
- Bij de laatste vervelling wordt de rups een pop (veel rupsen van nachtvlinders spinnen nog een cocon om zich heen).
- Uit de pop komt een vlinder, dat kan dagen of weken duren.
- De vlinder laat zijn zachte, opgefrommelde vleugels op spanning komen.
- De vlinder kan gaan vliegen om nectar te zoeken.
- De vlinder gaat paren.
- Het vrouwtje zet eitjes af op de waardplant.
Vlinders zijn enorm kieskeurig als het aankomt op de waardplanten, dus waar ze hun eitjes afzetten. Hun rupsen lusten namelijk alleen het blad van de ene of de andere plant of boom, dus is het handig als ze meteen op de goede plant worden geboren, kunnen ze gelijk beginnen met eten.
Dus laat ’s vooral een brandnetel staan, liefst op beschutte plek, die deels in de zon en deels in de schaduw staat op een dag. Vele vlinders leggen daar eitjes op, zoals landkaartje, dagpauwoog, atalanta, kleine vos en gehakkelde aurelia.
Ook klaversoorten zijn belangrijk in een vlindertuin, bijvoorbeeld voor het icarusblauwtje. Het boomblauwtje en de citroenvlinder zoeken naar sporkehout (vuilboom), waar overigens ook veel bijen op afkomen.
SAFARITIP: Arnhems Meisje maakt mooie rupsenfoto’s en schreef een inspirerende blog over het fotograferen van rupsen.
6. Kies biologisch en chemievrij
Plant of zaai liefst biologische bloemen en zaden die zonder pesticiden zijn gekweekt. Gebruik zelf ook geen chemische bestrijdingsmiddelen of onkruidverdelger of onnatuurlijke meststoffen. Dat soort rommel verdelgt al het leven, dus ook dat van vlinders… en rupsen… en eitjes… en planten die ze graag bezoeken… En hun vijanden. En zo de hele biotoop rond je tuin.
Vroege vlinders leggen eitjes. Zo ontstaan in één seizoen meerdere generaties.
7. Zorg voor zonnige zones
Vlinders houden van bloemen op warme plekken. Een goede vlindertuin is windluw, zonnig, open en vol bloei. Zorg ook voor een ‘vliegroute’, zodat de vlinders door je tuin heen kunnen ‘hoppen’. Leuk als de buren ook meedoen, zo wordt de nog route aantrekkelijker.
Op heel zonnige dagen in de eerste weken van het jaar kun je al vlinders zien: de overwinteraars als atalanta, citroenvlinder, dagpauwoog en kleine vos.
8. Doe het licht uit
’s Nachts, dan leeft de tuin door, maar met heel andere bewoners. Die komen pas in de schemer of het holst van de nacht tevoorschijn. Tientallen nachtvlinders gaan er op uit. Soms zie je ze wanhopig fladderen rond een lantaarnpaal. In het donker leidt kunstlicht nachtvlinders enorm af. Ook kunnen mannetjes en vrouwtjes elkaar minder snel vinden als de omgeving te fel verlicht is. Dus dim het licht in je tuin zoveel mogelijk. Zie ook dit artikel over het belang van de nacht voor jezelf en je leefomgeving.
9. Creëer drinkgelegenheid op hete dagen
Als het warm is, willen insecten graag wat water drinken. Zet bakjes water neer, of plant bloemen als baldahlia’s waar water in blijft hangen.
10. Leg snoepgoed neer in het najaar
Als het in het najaar zonnig weer is (boven de 15 graden) zijn er nog steeds vlinders actief. Bijvoorbeeld kleine vuurvlinders, bont zandoogje, koolwitje en dagpauwoog. Leg een opengesneden appel, peer of banaan (suikerrijk natuurlijk voedsel) op een schoteltje, dan kun je deze vlinders van heel dichtbij bekijken. Onder de fruitboom kun je wat valfruit laten liggen.
11. Loods de vlinder door de winter
Als het in september en oktober weer kouder wordt, gaan de vlinders in winterrust. Als vlinder, pop, rups of eitje verschuilen ze zich tussen snoeihout of dode, droge plantenresten, in zaaddozen, onder bladeren en in stelen. Help vlinders de winter door en laat dode plantresten staan en herfstbladeren in hoekjes liggen.
De citroenvlinder kan antivries aanmaken om tijdens de winter de kou als vlinder te overleven in (braam)bosjes, hulst of klimop. De atalanta trekt naar het zuiden, maar blijft steeds vaker in Nederland overwinteren. De dagpauwoog hangt stilletjes aan zijn pootjes tussen struiken of in schuurtjes te wachten tot het weer lente wordt. Hij kan dan gaan paren, eitjes leggen en sterven: de volgende generatie neemt het over.
Dus ruim je vlindertuin niet te netjes op. Dus da’s lekker lui tuinieren omwille van de vlinders!
79 planten voor een vlindertuin
Ik noem hier stiekem ook niet-inheemse planten, want tuinieren mag ook leuk zijn voor jezelf. Zoek zelf op wat de bloeitijden, kleuren en groeihoogtes zijn. In mijn boek Maak je eigen jungle vind je veel meer uitleg over de planten.
- Aalbes
- Adderwortel (Persicaria bistorta)
- Agrimonie (Agrimonia odorata)
- Asters
- Avondkoekoeksbloem
- Barbarakruid
- Bereklauw
- Bergamotplant (Monarda)
- Bergbonenkruid (Satureja montana)
- Blauw druifje
- Blauwe knoop (Succisa pratensis)
- Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
- Boterbloem
- Brandnetel (Urtica dioica)
- Dahlia – enkelbloemige, open soorten zoals Fancy Pants, Kelsey Sunshine en Verrone’s Obsidian
- Damastbloem
- Dille
- Distel
- Draadereprijs (Veronica filiformis)
- Dropplant (Agastache foeniculum)
- Duifkruid (Scabiosa columbaria)
- Duizendblad (Achillea millefolium)
- Duizendschoon
- Echt knoopkruid (Centaurea jacea)
- Engelwortel
- Fluitenkruid
- Grote kattenstaart
- Guldenroede (Solidago)
- Helianthus
- Hemelsleutel (Sedum spectabile)
- Hysop (Hyssopus officinalis)
- Jakobskruiskruid.
- Judaspenning (Lunaria annuus)
- Kattenkruid (Nepeta faasseni)
- Kattenstaart (Lytrum salicaria)
- Knoopkruid (Centaurea jacea)
- Kogeldistel
- Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum)
- Krokus
- Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
- Lamsoor
- Lavas
- Lavendel (Lavendula angustifolia)
- Look-zonder-look (Alliaria petiolata)
- Maagdenpalm
- Maarts viooltje
- Marjolein (Origanum majorana)
- Meisjesogen (Coreopsis verticillata)
- Moederkruid
- Munt
- Muskuskaasjeskruid
- Ooievaarsbek (geranium) diverse soorten
- Oregano
- Paardenbloem
- Rolklaver
- Rudbeckia (Rudbeckia fulgida)
- Sering (struik)
- Sierui (Allium)
- Slangenkruid (Echium vulgare)
- Sleutelbloem
- Stijf ijzerhard (Verbena bonariensis)
- Teunisbloem (Oenothera biennis)
- Toorts (Verbasum) diverse soorten
- Veldsalie
- Venkel
- Vetkruid (Sedum)
- Vlinderstruik (Buddleia soorten)
- Vrouwenmantel (Alchemilla mollis)
- Wegedoorn
- Wilde bertram (Achillea ptarmica)
- Wilde kamperfoelie
- Wilde marjolein
- Wilde peen
- Winterheide
- Witte wederik (Lysimachia clethroides)
- Wouw (Reseda luteola)
- Zevenblad
- Zinnia’s
- Zonnehoed
TIP: Ook doorgeschoten uien, bieslook, koriander, palmkool, pastinaak, kervel, selderij, radijs en rucola krijgen bloemen die vlinders aantrekken.
Bezoektips inheemse vlindertuin
Ga inspiratie opdoen in inheemse vlindertuinen. Daarmee bedoel ik tuinen in de openlucht en niet van die tropische kassen met tropische vlinders.
Deze heb ik zelf bezocht:
- Vlindertuin Zuidwolde bij de plaatselijke volkstuinvereniging, vrij toegankelijk
- De Kruidhof in Buitenpost heeft een vlinder- en bijentuin, entreegeld
- Tuin bij bezoekerscentrum van Natuurmonumenten bij het Dwingelderveld in Ruinen, vrij toegankelijk
- Domies Toen in Pieterburen, entreegeld
- Botanische Tuinen Utrecht, entreegeld
Op deze pagina van de Vlinderstichting vind je er meer.