WILDPLUKKEN * Culinair schrijver, kok, illustrator en televisiepresentator Yvette van Boven lanceerde 24 mei haar nieuwe boek en veldgids Van Boven in het Wild over koken met wilde planten. Of ik naar de presentatie wilde komen! Jazeker, zoals je weet ben ik zelf dol op wildplukken en plantaardig eten. En ik vind Yvette leuk.
Yvette noemt wildpluk ‘gratis proviand uit de natuur’. “Want waarom tuinkers kopen als er hondsdraf
tussen de stoeptegels groeit?”. Ze hoopt dat mensen anders naar de vaak eetbare natuur gaan kijken. “Vroeger was het volstrekt normaal om te koken met de natuur direct op het bord, nu zijn we daar een beetje van vervreemd geraakt. Maar nog steeds kun je op elk ommetje je jaszakken volduwen met de lekkerste planten, die vaak gewoon in het stadsplantsoen te vinden zijn.”
De lancering van Van Boven in het Wild
In Amsterdam Noord bij de hippe uitspanning Pompet in het Florapark kwamen genodigden bijeen om de verschijning van het boek en zakboek Van Boven in het Wild te vieren.
Yvette van Boven vertelt dat het boek er vooral is gekomen dankzij Naturalis. Daar ontstond een vonk toen ze een bijzonder herbarium uit de collectie mocht inzien. Ze vertelt vol vuur over dat immense oude boekwerk vol planten en dacht daardoor bladerend weer terug aan haar kindertijd, toen ze tussen bloemenpersen met vleugelmoeren, oude telefoonboeken en encyclopedieën planten droogde. Precies zoals alle plantliefhebbers in hun jeugd, zoals ook ik. Ze belde haar uitgever en ze gingen aan de slag met dit omvangrijke project. Het 400 pagina’s dikke boek is door de schrijfster zelf geïllustreerd en vormgegeven. Ze heeft van 50 planten een herbarium aangelegd en haar man Oof Verschuren heeft elke gedroogde plant vervolgens op een glasplaat gefotografeerd tot bijzondere prenten. Yvette: “Zie eens hoe prachtig die eenvoudige planten zijn, hoe mooi de grote bonte brandnetel is.” Uitvergroot zijn de foto’s machtige prenten die ik zo een aan de muur zou willen hangen.
Yvette van Boven over haar boek
Auteur en restaurantrecensent Gillis van der Loo is een goede vriend van Yvette en Oof. Hij interviewde haar over haar boek Van Boven in het Wild tijdens de lancering.
“Ik vind het een ontroerend boek”, begint Gillis. “En dat is omdat ik denk dat ik daarin jouw hele kindertijd zie.”
Yvette: “Om in plantentermen te blijven, er zijn natuurlijk wat zaadjes geplant in mijn jeugd, mijn vader was tuin- en landschapsarchitect, en het grappige is dat als ik met Oof wandel, dan noem ik namen van planten en dan zegt Oof: heh, maar hoe wéét je dat nou allemaal? En ik weet het niet bewust, maar ik denk dat dat komt omdat mijn vader ons veel mee uit wandelen nam. Hij zei dan achteloos ‘die plant is dat’, en noemde dan de Latijnse namen erbij. Als kind huppel je dan weer door, maar toch zakt dat ergens in je hoofd. Dus ik denk dat je spelenderwijs van jongs af aan heel veel mee krijgt, zonder dat je dat doorhebt.”
Gillis: “Is er een moment aan te geven waarop het een extra klik voor jou bracht, bijvoorbeeld dat je besefte dat een deel van die planten eetbaar was?”
Yvette: “Ik groeide op in Ierland, en Ierse mensen staan veel dichter bij de natuur, die wonen er namelijk allemaal in. Als je daar als stadse persoon mee omgaat, merken zij pas hoeveel zij eigenlijk weten. Het gebruik van wilde planten in je eten is daar veel normaler en ik nam dat snel over. Ik vond het heel leuk om gratis te eten te plukken. Dat heb ik in al mijn recepten, al vanaf dag één. In al mijn eerdere boeken zit er wel iets van in. Door dat herbarium van Naturalis, vielen ineens al die dingen op z’n plaats. Dat moest allemaal bij elkaar komen.”
In haar boek staan alleen planten in Nederland, vertelt Yvette. “Die je hier tussen de stoeptegels vindt, dus je hoeft er niet voor naar de Wadden of helemaal naar Zuid-Limburg af te reizen. Ik wilde ik het voor iedereen dichtbij huis houden.”
Gillis: “Het boek Van Boven in het Wild is ontzettend bruikbaar, zoals alles wat jij ook op tv laat zien, en zoals je schrijft. Dus heb je moeten kiezen. Zijn er dan ook planten die je met pijn in je hart buiten de selectie hebt moeten houden?”
Yvette: “Ja en er zijn er ook een paar waarvan ik nu denk: aaah, die had er eigenlijk wel bij gemoeten. Tuinmelde, vogelmuur: ben ik vergeten. Het boek is totaal niet volledig, maar het is een goede mix van dingen die je heel makkelijk en snel kunt vinden. Dus nee, het is niet compleet en ja, er kon nog veel meer bij, maar ga hier maar eens mee beginnen, wie weet maak ik nog wel eens een keer zo’n deel.”
Gillis: “Ik heb er enorm van genoten en wat bleek, ik heb er ook heel veel aan, want mijn wildplukervaring beperkt zich tot paddenstoelen. Daar weet ik wat van. Toen ik begon met het zoeken van paddenstoelen – waarvan je dan ook weer een beetje bang wordt, omdat je natuurlijk hebt gehoord dat ze ook wel giftig kunnen zijn en dat is natuurlijk ook wel zo – merkte ik dat er een soort mechaniekje in mijn hoofd in werking trad, dat er altijd wel geweest moest zijn, maar dat nog nooit gebruikt was. Alsof er in een stuk van onze hersenen honderdduizenden jaren wildplukken en verzamelen van besjes zit verscholen. We hebben aanleg voor patroonherkenning, voor selectie van kleuren die er uit springen en ik merkte dat dat aangesproken werd. Als ik eenmaal zo’n blad in mijn hand heb gehad, dan pik het er meteen overal uit.”
Yvette: ”Ja want dan ken je het, en dan zie je het ineens óveral. Kijk naar de grond en zie hoeveel er eigenlijk om je heen groeit. Je moet gewoon andere ogen opzetten. Het geeft jezelf ook een doel aan een wandeling, om met een buit terug te komen. Je kunt elke wandeling je zakken volproppen met gratis eten. En het scheelt plastic verpakkingen en zakjes.”
Gillis: “Het viel me op dat de planten die je plukt, vooral de smaakmakers van de gerechten zijn, maar kun je helemaal overleven op wildpluk denk je?”
Yvette: “Ik gebruik de wildpluk inderdaad als accent, je kunt ook niet alleen overleven op basilicum en peterselie, maar je kunt met brandnetels een heel end komen. Daar kan je bijzonder veel mee, het is heel voedzaam en je gebruikt het als spinazie. Maar ik zie wilde planten meer als een soort aanvulling.”
Gillis: “Zit jij nooit zonder recept?”
Yvette: “Nee. Het gaat aan zodra ik wakker word. Dat gaat constant door, zo werkt mijn hoofd.”
Eetbare plantengids met herbariumfotografie
Van Boven in het wild is een herbarium, eetbare plantengids én receptenboek ineen. Je vindt er vrijwel allemaal vegetarische (basis)recepten met een originele twist. Een journalist van Foodies die nooit durfde te plukken uit de natuur ging met Yvette mee uit plukken en koken. Hij vertelt: “Ze liet mij een stukje zuring proeven, dat had een zure smaak als citroen. En we bakten kleefkruid in een galette, heerlijk.”
Boek en gids nader bekeken
Van Boven in het Wild is een ‘groot bakbeest’, aldus Gillis van der Loo.
Klopt. Het boek is enorm stoer, prachtig vormgegeven, enthousiasmerend geschreven en staat bomvol waardevolle wildplukkennis.
Yvette geeft eerst een laagdrempelige en duidelijke wildplukuitleg: waarom je bepaalde dingen doet of laat. En wat je standaard meeneemt in je jaszak: een rol hondendrolzakjes! Ook laat ze zien hoe je zelf een herbarium aanlegt en zie je ontroerende foto’s van het plantenalbum uit haar jeugd.
Dan volgt het kookherbarium: een overzicht van 50 planten die je makkelijk vindt in een tuin, park, wei of bos of slootkant, met steeds uitgebreide info over de plant, welke delen eetbaar zijn. Er is gekozen voor planten die ook echt bijzondere smaak of eetbeleving toevoegen, want er is natuurlijk heel wat eetbaar, maar niet alles smaakt of oogt lekker. Bij de planten staat uitleg, een overzicht in welk jaargetijde je ze vindt en onder het kopje ‘opgepast’ lees je over kenmerken en mogelijke vergissingen met andere planten op de bekende luchtige en nuchtere toon van Yvette. Want dat laatste maakt het boek ook zo prettig, het is echt de bekende stem van de schrijfster die weerklinkt, je hoort haar tegen je kletsen.
In het tweede gedeelte van het boek staan basisrecepten waarvoor meerdere planten bruikbaar zijn. Van hartige taarten en galettes tot wilde pizza, broodjes, pasta, granenschotels, soepen en stoven, salades, drankjes en zoete hapjes, en ook staan er tips in voor het bewaren van planten in de vorm van thee, kruidenzout, azijn, wilde ketchup en kappertjes, of paardenbloemhoning.
Wat me blij verrast zijn de mooie natuurfoto’s tussendoor, genomen in Nederland en Ierland. Die zijn heel stemmig en passen bij het ruige, wilde, natuurlijke van het plukken en bereiden uit de natuur. Ik krijg gelijk zin om op de fiets te springen naar mijn tuin Verderland en daar te gaan struinen en mijn bakjes, zakjes en mandjes te vullen en met een grote buit terug in mijn keuken te komen en dan te gaan rommelen met de recepten van Yvette als leidraad. Want zoals ze zelf schrijft: “U kunt zelf experimenteren met uw nieuw vergaarde ingrediënten zodra u het gebruik ervan begrijpt en de smaak heeft leren kennen (…). Ik weet namelijk hoe graag u van de receptuur afwijkt. U ben natuurlijk net als ik. Als u maar de basis heeft, voor een risotto, een zoet of hartig taartje, dan kunt u de rest heus wel zelf. Het is ook allemaal maar afhankelijk van hoeveel u van een bepaalde plant of kruid vindt.” Precies daarom is het zo geweldig dat achterin een register op ingrediënt staat, zodat je weet wat de mogelijkheden per kruid en pluksel zijn.
Uiteindelijk staan er toch maar liefst hónderd recepten in deze musthave voor planteneters. Ikzelf ga als eerste proberen: de koude noedels met hondsdraf en sesam (bladzijde 226) en de cashewroomsaus met wilde rucola en hondsdraf (bladzijde 232), omdat ik zelf in tegenstelling tot Yvette niet zo’n hondsdrafminner ben, maar misschien weet ze me over de streep te trekken. Verder ga ik kleefkruidsap maken, want die plant mag nodig gewied worden uit een van de wildplukborders.
Het boek komt onder direct handbereik in mijn keuken te staan. Want uiteraard zal ik het wekelijks openslaan ter inspiratie van mijn eigen draai aan de oogst van dat moment. Wildplukken en wildproeven geeft zoveel plezier, je oogst, die winkel je al struinend in de natuur bij elkaar, zit boordevol voedzame stoffen en geeft een heerlijk oergevoel aan een gerecht. En steevast een verrassend gesprek met je disgenoten.
Het receptenboek Van Boven in het Wild kost € 34,99 en is de aanschaf dubbel en dwars waard als je houdt van eten, van planten, van groente, van natuur, van avontuur in de keuken en op je bord.
Er is er ook een kleiner boek om mee op pad te nemen: het Van Boven in het Wild–zakboek van 160 pagina’s voor het determineren van planten onderweg, dat kost € 18,50. Superleuk als cadeautje, ook als je het receptenboek niet hebt is dit interessant.
Zie ook de site van Yvette van Boven.