Hunebedden, de Rolling Stones van Drenthe

hunebedden

ZOMERTIP * De Steentijd was ééuwen geleden. Maar we hebben er in Drenthe nog steeds overblijfselen van: de hunebedden. Gebouwd met reusachtige keien door sterke en slimme mensen. Hoe deden ze dat, en hoe leefden zij? De hunebedden en hun makers blijven mysterieus.

Het hunebed van Loon. Foto: Drenthe.nl

Een hunebed lijkt op het eerste gezicht een wat onbeholpen hoop stenen. Maar het zijn oeroude, magische, echt indrukwekkende gedenktekens. Nalatenschappen van een mysterieus volk. Een volk zonder dichterlijke naam als de Kelten, Germanen of Batavieren. Ze staan in de historische geschriften geboekstaafd als het ‘Trechterbekervolk’. Naar de vorm van de potten die de mensen in hun graven stopten. Dat was zo’n 5000 jaar geleden, in het Neolithicum, ofwel de Nieuwe Steentijd. Maar die anonieme Trechterbekermannen mogen uitgebreider worden geroemd, want ze bouwden monumenten die we nu nog steeds indrukwekkend en magisch vinden.

Stoer en gigantisch

Daar staat-ie. De Grootste. 22 meter. 20.000 kilo. Op een open plek in een bosje van berken en beuken. Het zonlicht aait over de grijsgroene stenen, megakeien, plat van onder, bol van boven, diep verankerd in de bodem. In het midden is het bouwwerk hoog, aan de uiteinden wat lager en aan de zijkant zit een opening. Een grasstrook rafelt onderaan. Vanuit elke boek heeft het hunebed een andere gedaante. Maar altijd: rotsvast, vredig en één met de omgeving.

Dit hier beschreven pronkstuk staat in Borger, de hunebeddenhoofdplaats van Nederland. In het hunebedcentrum kun je het geheim van Nederlands stoerste erfgoed ontrafelen.

Rare voorstelling

Als Nederlander in Drenthe, ga je niet weg zonder een hunebed gezien te hebben. Wij nemen mensen er altijd even mee naartoe. Volwassenen zijn altijd verrast. Soms hebben ze er een rare voorstelling van gehad. Ze dachten dat een hunebed groter was, of juist veel kleiner. Kinderen zien in eerste instantie een geweldige klim- en klauterplek, en zijn onder de indruk als je vertelt wat het werkelijk is.

Net over de Duitse grens staan ook enkele hunebedden. In de rest van Europa zie je diverse soortgelijke monumenten uit de Nieuwe Steentijd staan, van Scandinavië tot België, Frankrijk, Spanje en Portugal tot Noord-Afrika en Groot-Brittannië. Ooit telde Nederland er meer dan honderd. Nu zijn er 54 over, waarvan er 52 in Drenthe en twee in Groningen staan.

Handige stenen…

Geen enkel hunebed is nog compleet en in Friesland en Overijssel zijn ze in de loop der tijd helemaal gesloopt. Vaak werden de handige stenen gebruikt voor bijvoorbeeld het verharden van paden of het verzwaren van dijken. Begin 18e eeuw besefte men dat dat zonde was, dus kwam er een verbod op het schenden van hunebedden. Wie nog een steen versleepte en te gelde maakte, kon op een boete rekenen ‘bij poene van hondert goltguldens’, besliste de drost van Drenthe.

Toch zijn er later toch nog heel wat van deze monumenten slachtoffer geworden van vandalen, hebzuchtigen, godsdienstijveraars en iets te enthousiaste amateurarcheologen met metaaldetectors. In 1857 kocht bestuurder Mr. Lucas Oldenhuis Gratama op eigen initiatief een hunebed in Zeijen voor veertig gulden van een keienhandelaar, om het van de ondergang te redden. En de hunebedden bij Havelte zijn eind Tweede Wereldoorlog afgebroken voor de aanleg van een vliegveld, het verhaal lees je hier.

Interessante opgravingen en vondsten

Rond Borger bevindt zich de grootste concentratie hunebedden. Bij opgravingsonderzoek zijn versteende graankorrels aangetroffen. Het Trechterbekervolk verbouwde al tarwe, gerst en vlas. Andere vondsten bewijzen dat ze koeien, geiten, schapen en honden hielden.

Aan gevonden tandkapsels is de gemiddeld bereikte leeftijd van de mensen uit die tijd af te lezen. Die lag gemiddeld op 30 tot 35 jaar. Aan verkleuringen in de bodem – die duiden op een inmiddels vergaan geraamte – kon worden gemeten dat mensen in de Steentijd ongeveer 1.60 tot 1.70 meter waren, iets kleiner dan wij, maar langer dan de mens uit de Middeleeuwen. Ze konden rechtop staan in hun grafkelders.

In diverse musea zijn de gevonden voorwerpen van al die opgravingen te bezichtigen. Opgraven wordt nu niet meer zo gauw gedaan, want het betekent immers ook: vernietigen. Elke generatie zou z’n hunebed moeten opgraven, zo is het idee nu. Steeds met verbeterde technieken en nieuwe theorieën.

Een van de hunebedden ten noorden van Havelte.

Hunebedden spotten in Drenthe

Alle hunebedden zijn openbaar toegankelijk. Een hek eromheen, dat zou gek zijn. Ze hebben de afgelopen eeuwen altijd zo vrij in het Iandschap gestaan. De grote exemplaren in Emmen, Borger en Havelte zijn goed te vinden. Bij andere hunebedden is de bewegwijzering wat minder duidelijk. Meestal liggen ze behoorlijk beschut in een bosrijk gebied. Echte liefhebbers kunnen dan op ontdekkingstocht qaan.

  • Dag van het Hunebed in augustus op het buitenterrein van het Hunebedcentrum in Borger. Het Hunebeddencentrum biedt verder jaarrond allerlei info en heeft ook een bijzondere keientuin. Het grootste hunebed staat vlakbij.
  • 9 wandelroutes langs hunebedden
  • 6 fietstochten langs hunebedden
  • Het Drents Museum in Assen heeft een indrukwekkende afdeling met opgravingsvondsten MAAR deze is vanaf 16 september 2019 voorlopig niet te bezichtigen wegens uitbreiding van het museum!

Meer over Drenthe

Geef een reactie