Dossier Brandnetel

WILDE PLANTEN * Afgelopen jaar besloot ik de veelzijdige brandnetel als ‘jaarplant’ te nemen. Ik was al groot fan van deze wilde plant, maar door me er nog intenser in te verdiepen, heb ik nog meer over de brandnetel ontdekt en geleerd. Ik heb daarom dit dossier samengesteld met oude en nieuwe weetjes. Zo heb ik alles bij elkaar, en kan ik altijd aanvullen. Tips zijn welkom in de comments!

Afgelopen jaar sprak ik o.a. lovend over de brandnetel in de podcast van Vroege Vogels (BNN VARA) en voedselbos-visionair Wouter van Eck vulde in die uitzending nog wat mooie weetjes aan. Ook in de nog geplande televisieuitzendingen van BinnensteBuiten (18 oktober 2021) en Eigen Huis en Tuin (15 november 2021) vanaf mijn tuin Verderland komt de brandnetel ter sprake!

Verder verscheen afgelopen zomer mijn boek Plantchemie en daar komt de brandnetel veelvuldig terug in allerlei wetenswaardigheden en recepten. In een eerdere blog Ode aan de venijnige brandnetel deel ik daar ook al veel over, met ook recepten.

Ik begin die blog met dit citaat:

“Aan sommige planten kleven herinneringen. Zo was mijn eerste kennismaking met de brandnetel een hele brute: met mijn blote peuterlijfje stortte ik tijdens fietsritje van een Zeeuwse dijk zó een hele bos in. Wham! Huilen! Overal die bijtende haartjes! En nu nog, tijdens tuinactiviteiten, word ik nog wel eens ‘gebeten’ en heb ik er nog dagen last van, ondanks adviezen de pijnlijke plek in te wrijven met weegbree of vogelmuur.

De plant oogt ook wel gemeen. Hij heeft scherpe trekken, puntig getande en krassend generfde bladeren, de steel is ruw en de wortel een lange draad die ver kan rijken. Op de bladeren bevinden zich honderden haartjes met een chemisch stofje dat in contact met de menselijk huid pijn en rode plekken veroorzaakt.”

Weetjes algemeen

  • Er zijn op de wereld 35 soorten brandnetel, in Nederland twee: de grote en de kleine. De eerste is meerjarig, kan wel tegen de 3 meter lang worden en heeft een sterk vertakte wortelstok die ondiep groeit, maar zich wel wijd kan verbreiden. De kleine brandnetel is eenjarig en wordt niet hoger dan 60 centimeter. Er zijn meer verschillen tussen deze twee, die ik in mijn andere brandnetelblog uitleg.
  • De stengel is vierkant.
  • De brandharen zitten overal op de plant. Elke brandhaar is een flesvormige cel met bovenaan een klein knopje dat bij aanraking schuin afbreekt. Zo ontstaat een scherpe naaldje dat door je huid prikt en de inhoud injecteert. Het celvocht bevat de stof histamine, wat voor de jeuk zorgt.
  • De Latijnse geslachtsnaam Urtica is afgeleid van urere, wat ‘branden’ betekent. Netel komt van het oudduitse nezzila dat branden of jeuken betekent, of van nezzi dat getwijnd garen betekent, waar neteldoek van werd geweven.
  • Brandnetel wordt in de volksmond ook wel duivelskruid genoemd en in Europese sprookjes worden brandnetels samen met distels vaak als ‘groenten van de duivel’ voorgesteld.
  • In bloementaal zeg je met de brandnetel: “je bent hatelijk.”
De brandnetel is al eeuwen een veelbeschreven en voor allerlei doeleinden toegepaste wilde plant.

Geneeskracht van de brandnetel

Brandnetelblad staat bekend om het diuretische effect (gifstoffen uitplassen) en om allerlei andere helende eigenschappen. In vorige eeuwen zijn er vele geschriften verschenen die melden dat er werkelijk allerlei kwalen bestreden kunnen worden met brandnetelblad, -zaad of -wortel. Het voert te ver om dat hier allemaal te gaan noemen, sla vooral pagina’s 97-101 van Marc de Cleene’s ‘Historia Naturalis’ er op na, maar wat ik interessant vond om te lezen is dat Romeinse soldaten hun koude ledematen ermee sloegen om het warm te krijgen, wat verklaarbaar is, omdat de in brandnetel aanwezige histamine de bloedvaten openzet.

Ook werd de brandnetel in afgelopen eeuwen in talloze rituelen toegepast om ziektes en koorts te bezweren, en als te drinken afkooksel tegen reuma of huidproblemen ingezet.

De plas van een zieke werd over brandnetels gegoten, of brandnetels onder het bed van de zieke gelegd. Zodra de bladeren verlepten, gaf dat aan – zo dacht men – dat de zieke niet lang meer zou leven. Dat soort bijgeloof heeft misschien mensen wel eerder de hoop doen opgeven dan nodig was, maar wellicht bracht het in andere gevallen juist berusting.

Inmiddels is wetenschappelijk bekend dat de brandnetel bloedstelpend, bloedsuikerverlagend, bloedzuiverend, urinedrijvend, doorbloedingsbevorderend is. Het wordt inwendig gebruikt tegen jicht, acné, reuma (waterafdrijvend) en als antidiarreemiddel (looistoffen) en uitwendig in een lotion tegen haaruitval.

Geheugenolie

Kruidenvrouw Marry Foelkel schrijft: “De brandnetel is een complete, krachtige huisapotheek waar ik heel blij van word. Het leuke is: je vindt hem overal. Het enige wat je hoeft te doen, is bukken en plukken.” Ze geeft in haar boekje ‘Marry’s lessen uit de natuur’ een recept voor brandnetelolie die je voor het slapen eerst op je borstbeen en vervolgens op de slapen masseert voor een goed geheugen. Goed als je de volgende dag een examen hebt of een andere kennis vergende activiteit hebt. Je moet daarvoor schone verse brandnetels onderdompelen in een pot olijflolie, die afsluiten met een doekje zodat vocht kan verdampen en dit 3 tot 6 weken in een zonnige vensterbank zetten. Zeef de olie en bewaar in een donker flesje.

Anti-jeukzalf

Het aparte is dat de stof uit de bij aanraking afbrekende haartjes van de brandnetel – mierenzuur – jeuk veroorzaakt, maar dat diezelfde stof tegelijkertijd een ingrediënt is voor een anti-jeukzalf tégen de jeuk en pijn die deze teweegbrengt. Ik smeer de zalf met succes op muggenbeten en brandnetelpijn. Er worden overigens meer planten genoemd om brandneteljeuk te verzachten zoals weegbree, brave hendrik, maar ook olijfolie helpt.

Je maakt deze zalf zo:

Knip een flinke hoeveelheid droge, schone brandnetel tot stukjes, zodat er echt een dikke soep ontstaat als je die in 150 ml olijfolie extra vierge (koude persing) roert. Laat dit op een zeer zacht vuurtje trekken en vooral níét koken. Na 20 minuten zeef je de plantdelen uit de olie en laat je er bijenwas in smelten. Kies voor een verhouding van ongeveer 1 op 6 (dus in dit geval 25 gram) en voor een steviger zalfje 1 op 4 (37,5 gram). Giet het in een gesteriliseerd/uitgekookt potje. Blijft ongeveer een jaar houdbaar.

Haarversteviger, antirooswater, nagelversteviger en puistjesremmer

Door de stoffen vitamine B2, B5, foliumzuur, siliciumdioxide en zink is brandnetel is weldadig voor je hoofdhuid en haar. Trek een thee van de gedroogde plant, voeg op 1 liter een 1 theelepel appelazijn toe en spoel je haar ermee na een wasbeurt. Hou dat zeker 6 maanden vol en je haardos wordt voller als je last hebt van haaruitval.

Dezelfde stoffen maken brandnetel ook effectief om broze nagels te verstevigen en acne en mee-eters tegen te gaan.

De combinatie met biergist wordt voor alle bovenstaande remedies aangeraden, want het versterkt de werking.

Verminderen artrose en reuma

De remineraliserende werking van brandnetel heeft een gunstig effect op het voorkomen of verzachten van afslijtend kraakbeen.

Aanvuller ijzertekort

Bij extreem bloedverlies (denk aan een wond, operatie, zware menstruatie of bevalling) kan brandnetelblad het ijzertekort aanvullen.

(Bron: Fytotherapie, medicinale kruiden- en plantengids)

Prostaatproblemen

De brandnetelwortel heeft effect bij de behandeling van een vergrote prostaat, wat voorkomt bij mannen boven de 60, waardoor plassen lastiger gaat en ook mogelijk nog kan leiden tot haperende nieren en zelfs incontinentie.

Hedendaags recept: vegaburger met crispy nettle…

Voedingswaarde van de brandnetel

Al vroeg werd gesproken over de voedingswaarde van de brandnetel. Plinius de Oudere schreef al in 77 jaar na Christus dat de plant door velen dagelijks werd genuttigd om gezond te blijven. Op Sicilië eten ze ‘m rauw, nadat ze de plant eerst uitslaan tegen hun broekspijpen om de haartjes te breken. In de Piemonte geven ze brandnetel aan kippen om de leg te bevorderen.

  • Wil je het jaar goed beginnen, eet dan op 1 januari brandnetelkoek.
  • Nog geen eeuw geleden werd op Witte Donderdag (donderdag voor Pasen) soep met brandnetels als voornaamste ingrednt gegeten. Daarbij gold ook het (bij)geloof dat je je dan behoedt voor geldgebrek.
  • Bij een assortiment van zeven of negen gebakjes die tijdens Sint-Jan (24 juni) in Zuid-Duitsland worden gegeten, hoort ook een netelkoek.

Al met al wordt de brandnetel dus al eeuwen beschouwd als een voorspoed brengend voedingsmiddel, en dat kan kloppen, want de brandnetel is daadwerkelijk superfood.

Eiwitrijk

Er zit veel eiwit in brandnetel. In drooggewicht tot wel 40 procent. In verse vorm bedraagt het eiwitgehalte 8 procent. Daarmee bevat deze wilde plant meer eiwit dan soja, een topplant voor vegans dus! Ook zitten er veel mineralen en vitamines in, zoals calcium, ijzer, kalium, kiezelzuur, vitamine C, D en K en nog talloze andere werkzame stoffen als magnesium en zink.

Pluk op schone plekken (in je tuin ken je die) waar geen bestrijdingsmiddelen uit een winkel zijn gebruikt, waar geen katten of honden (of andere dieren) hun behoefte doen en pluk plantdelen zonder vogelpoep. Klop eventuele beestjes eruit.

Zodra je de plant verhit (bakt, stooft, stoomt, kookt of overgiet met heet water) verliest deze de bijtende werking.

TIP Paarden en vee zijn gebaat bij brandnetelzaad of een nacht in warm water geweekte brandnetel op het menu.

Brandnetelblad

Kun je gerust elke dag nuttigen, zowel als thee als vers in soep of in droge vorm gestrooid in een smoothie, soep of salade.

Het verse jonge blad is geschikt voor:

  • Thee
  • Soep
  • Stamppot
  • Pesto
  • Hartige taart
  • Omelet
  • Pannenkoek
  • Pizza

TIP: altijd vers Hou ergens een brandnetel in je tuin, liefst op een wat open, zonnige maar beschutte plek. Snoei deze regelmatig om te oogsten, zodat er steeds jonge aanwas groeit. Dat gaat heel snel en zo heb je een heel seizoen jonge brandneteltoppen tot je beschikking.

Een flinke pot vol brandnetelzaad.

Zaad

Ook het zaad is eetbaar. Dat oogst je medio/eind september, als de zaadtrossen nog sappig groen zijn. Knip de toppen af (ongeveer 30 centimeter) en hang ze ondersteboven in papieren zakken. Laat die op een droge warme plek drogen en schud dan de zaden in de zak los, of eventueel boven een vergiet. Je kunt het zaad in een potje bewaren en strooien over gerechten. Ook kun je het gebruiken als je crackers, brood of cake bakt, en in een kruidenzoutmengsel stoppen.

RECEPTEN

Crispy nettle

Een van de dingen die ik afgelopen jaar leerde, is dat je vers brandnetelblad in hete olie krokant kunt bakken. Ik strooide het op een vegaburger en vond dat zéér lekker.

Pizza

In een wildplukboek uit 1980, Verzamel vier seizoenen van Saskia Goosens, vond ik dit leuke recept van brandnetelpizza.

Maak een deeg van 2 koppen volkorenmeel met een halve kop water en een halve kop olie en een snufje zout. Vorm een bal en kneed die minimaal 5 minuten. Laat rusten op een koele plaats. Rol het deeg daarna uit tot een ronde pizzabodem van een halve centimeter dikte en leg op bakpapier op een bakblik. Bak 5 minuten op 250 graden. Beleg met 4 koppen gesmoorde brandnetel (ik denk dat het lekker is deze in wat olie met knoflook te smoren), apart gefruite uienringen en gebakken champignons of oesterzwammen. Versier bijvoorbeeld nog met tomaatjes en (veganistische) geraspte kaas. Bak af op 200 graden, 30 minuten.

Smoothie

Meng 100 gram jonge brandneteltoppen met een banaan en een halve liter appelsap (en/of plantaardige melk) met een keukenmachine of staafmixer. Je kunt er ook havervlokken (of teff) aan toevoegen voor een ontbijtsmoothie (recept van Velt).

De zwarte harige rupsen van de dagpauwoog krioelen spectaculair op de brandnetel.

Biodiversiteitswaarde van de brandnetel

De brandnetel groeit overal, aan bosranden, op vuilstortplaatsen of verwaarloosde plekken. Het is een zogeheten ‘ruigteplant’. Brandnetels groeien op iets te veel plaatsen nu, want het is een plant die goed gedijt op rijke bodem, oftewel stikstof. Op plaatsen waar er daarvan een teveel in de bodem zit, o.a. door meststoffen, groeien ze uiterst uitbundig. Ze verdringen er fragiele inheemse planten, die nodig zijn voor het aanbod van nectar en als kraamkamer dienen voor vele nuttige insecten. Dat kan een bedreiging van de biodiversiteit zijn. Waar echt een overdaad aan brandnetels groeit, is de bodem vaak van slechte structuur, stikstofrijk, humusrijk, ijzerrijk en de bodem vol dierlijke organische stof, bijvoorbeeld als boeren er veel gieren. In de schaduw zijn brandnetels minder enthousiaste groeiers, dus hoe hoger bomen en struiken groeien, des te minder brandnetels je zult zien.

Van de andere kant is de brandnetel van grote waarde voor het leven van talloze dieren. Veel insecten zijn afhankelijk van deze inheemse topper, zoals dag- en nachtvlinders, wantsen, enkele slakken, cicaden, snuitkevers, glanskevers en bladluizen. Er komen ongeveer wel vijftig dag- en nachtvlindersoorten op de brandnetel af. Sommige vlinders zijn compleet afhankelijk van de brandnetel. Niet alleen als voedselgewas. Maar ook om eitjes te leggen, zoals de vlinders landkaartje, dagpauwoog, atalanta, brandnetelmot, bruine snuituil, kleine vos en gehakkelde aurelia. Verder zijn er vogels die de brandnetel nodig hebben. De tjiftjaf maakt een bolvormig nest dat meestal in een dichte wirwar van brandnetels en andere begroeiing vlak boven de grond ligt. De proteïnerijke rupsen op de brandnetel zijn voor kool- en pimpelmezen een welkom maaltje. Brandnetelzaden zijn voedsel voor de heggenmus.

Tuinbrandnetel

In de natuur wordt niets aangeharkt en afgevoerd, want de natuur regelt zichzelf. Overhoekjes is een term uit de landbouw: het zijn de plekken waar je met een machine net niet bij kunt en die je daardoor vergeet. Daar groeien wilde planten. In je tuin kun je ook zo’n overhoekje bedenken, waar je alles gewoon laat gebeuren en waar je bijvoorbeeld je brandnetel neerzet.

Er staat vast ergens in de buurt een bos brandnetels. Trek je dikke handschoenen aan en haal daar in het voorjaar een stek uit. Om woekeren tegen te gaan, graaf je een emmer zonder bodem in en zet je daar de stek in. Zoek een beetje een achterafplek, zodat niemand zich brandt aan deze plant.

Je zult zien dat juist op dit plekje de vogels afkomen om naar voedsel te zoeken. Er kan van alles eetbaars onder en tussen zitten. En … je bespaart jezelf onnodig werk. Hoeveel overhoekjes kun je kwijt?

TIP Zelfs op je balkon kun je zo in een pot een brandnetel ‘houden’.

Touw maken van brandnetelvezels is superleuk en best makkelijk.
Rechts een smudgestick van bijvoet met wilde marjolein en houtkrullen, samengebonden met brandneteltouw.

Gebruikswaarde van de brandnetel

Verf

Met brandnetel maak je groentinten voor het maken van een natuurlijke aquarelverf, of om bijvoorbeeld stoffen mee te kleuren. En wil je paaseieren verven: leg dan eens een mooi plantblaadje op een ei, bind daar een stukje pantykous omheen en kook het ei in een al voorgetrokken en diepgetinte thee met gedroogde brandnetel of hondsdraf.

In Engeland werden in 1942 tonnen brandnetels gebruikt ter vervaardiging van een groene camouflagekleur.

Papier

Papier kun je zelf maken van allerlei plantenvezels, liefst planten met lange vezels, brandnetel heeft ze. In mijn boek Plantchemie staat de beschrijving op pagina 120.

Touw

In het sprookje De Wilde Zwanen van Hans Christian Andersen weeft een prinses – zwijgend – linnen uit brandnetelvezels om daarvan hemden te naaien. Daarmee kunnen de door de boze stiefmoeder in zwanen veranderde broers uit hun betovering worden gehaald. Lees dit sprookje vooral even voor een flinke dosis drama!

Deze zomer maakte ik tijdens een bushcraft-kamp voor het eerst touw van de brandnetel. Dat is superleuk om te doen. Je verzamelt lange brandnetels, en ontdoet die van de bladeren. Vervolgens klop je met een steen of dik stuk hout de bast plat. Je kunt deze dan uiteenrafelen in lange rangen. Die twijn je vervolgens samen tot een touw, en/of je vlecht het. Wij gebruikten ze om smudgesticks (kruidenbundels om als wierook te gebruiken) mee samen te binden.

Een fantastisch Instagram-account is @foragedfibers van Suzie Grieve uit het Engelse Lake District, die van allerlei planten touw maakt. In dit filmpje zie je haar uitleg voor het maken van brandneteltouw.

Martine Verweij van Plantenliefde heeft ook een praktische video gepost op Youtube:

Compostbooster

Maak je eigen compostbooster à la Miss Bruce – een antroposofische tuinvrouw uit begin vorige eeuw – met een mengsel van wilde planten en kruiden, waaronder de brandnetel. Je versnelt er het afbraakproces mee. In mijn boek Plantchemie leg ik dit proces uit, op pagina 39.

Plantaardige mest

Brandnetelgier maak je door in een afgedekte zwarte emmer te vullen met regenwater en daar 2 weken brandnetelplanten in te laten fermenteren, in de zon. Het gaat dan bubbelen. Je lengt het naderhand aan met nog meer regenwater, ongeveer 1 op 10 en dat giet je bij je planten of op de composthoop. Het is ook een goed alternatief voor bloedmeel.

Luizenmiddel

Wanneer bladluizen het echt te dol maken en een kwart van je plant hebben ingenomen, en er geen vijand te bekennen is, snoei dan bepaalde plantendelen weg, zet de koude tuinslang erop of sproei met een brandneteldecoct: kook 500 gram brandnetel in 1 liter water gedurende 20 minuten. Laat dit 2 dagen laten trekken. Daarna zeven en 1 eetlepel zachte groene zeep toevoegen. Vernevel onverdund, twee keer per week ook onderop de bladeren en de steel.

De brandnetel is een bijzondere verschijning en heeft door het seizoen en zelfs de dag heen allerlei verschillende gedaantes.

Brandnetelmythes en -magie

Heilige plant

In volksgeloof moet je de brandnetel op specifieke heilige dagen plukken. Zoals tijdens het joelfeest (kerst/driekoningen), Ostara (voorjaar, pasen), midzomerfeest (Sint-Jan) en de oogstfeesten in augustus en september.

Antidemonisch

De oude Germanen wijdden de brandnetel aan Thor ofwel Donar, waar onze donderdag naar is vernoemd. Deze god is van de donder, vruchtbaarheid en huwelijk. Door de brandnetel bij je te dragen, ken je geen vrees meer, want hij sterkt je tegen het kwaad. Russische, Finse en Hongaarse boeren hangen de brandnetel daarom op Sint-Jansnacht aan de deur. Zo zijn er vele gebruiken waarbij de brandnetel tegen beheksing en tovenarij werden toegepast. Vaak wordt de brandnetel ook in allerlei volksgebruiken toegepast rond het zuur worden van melk en mislukken van kaas, wat verklaard kan worden door de inhoudsstoffen van de brandnetel die een gunstige werking kunnen hebben op bepaalde bacteriën die zich in warm weer snel ontwikkelen en dus de melk ‘betoverden’.

Luilak

Op het Zaanse luilakfeest werd de ‘luilak’ (degene die het laatst uit bed kwam) met brandnetels geslagen en in andere plaatsen kreeg deze luilak een kroon van brandnetels. Op pinkstermaandag sloegen de Drenten de ‘nustekook‘ ermee.

Kruidwis

De brandnetel is ook een van de wilde planten in de negenderhande-kruiden, een tuiltje dat ook wel kruidwis wordt genoemd en rond half augustus wordt geplukt. Dat is bedoeld om huis of stal te beschermen tegen het kwaad. Je laat de wis branden op gloeiend houtskool in de vier heilige rooknachten: Sint Thomasdag (= 21 december, de kortste dag van het jaar), Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen. Met de brandende wis loop je door de ruimtes die je wilt behoeden.

Poppetje

In het boek ‘Groene magie’ van Scott Cunningham staat deze tip: “Vul een poppetje met netel, of draag wat bladeren in je zak om een vloek weg te halen of terug te sturen. Kwaad weer je en stuur je ook terug door brandnetel rond je huis te strooien. Gooi het in het vuur om gevaar af te wenden, houd het in je hand om geesten te weren, of draag het als amulet om negativiteit te weren.” Met duizendblad gecombineerd, zou brandnetel angst verminderen. Een pot verse brandnetel naast het bed helpt een zieke sneller genezen. Hedendaagse Mexicaanse spiritisten raden brandnetel aan in een reinigingsbad.

Liefdes- en vruchtbaarheidsmiddel

In vroeger tijden werd de brandnetel als een stimulerend middel voor geslachtsdrift, wellust en vruchtbaarheid gezien. De Macer Floridus (ook: het viribus herbarum) is een gedicht dat de lezer leert over de meest voorkomende geneeskrachtige kruiden. Het is rond 1065 in West-Frankrijk geschreven door Odo Magdunensis (Odo von Meung) en daarna in vele talen vertaald. In de Middeleeuwen werd dat beschouwd als standaardwerk van de kruidengeneeskunde. Daarin staat bijvoorbeeld dat de brandnetel als afrodisiacum werd gebruikt: men bestreek de geslachtsdelen van de vrouw in met de plant, zodat ze warm zou worden… Yikes! De Romeinen wreven er ook dieren mee in die niet gedekt wilden worden.

‘Manzieke meisjes’ zouden in de netels hebben geplast, was een gezegde in Duitsland en Zwitserland en in wijn gekookte netelbladeren zouden onkuisheid uitlokken. In bepaalde streken liet met een meisje over brandnetels plassen en als de bladeren niet fris en vers bleven, dan was ze geen maagd meer. Op dezelfde manier werd gekeken of een vrouw onvruchtbaar was.

De romeinse schrijver Petronius had als tip voor oude mannen die hun potentie wilden verhogen om zich onder de gordel te geselen met brandnetels, voor ze zich overgaven aan het liefdesspel. Een soort viagra dus… Dat gebruik is nog tot in de middeleeuwen in zwang geweest. En het klopt ook wel een beetje, want de doorbloeding van de huid wordt bevorderd met het bijtende mierenzuur en andere stoffen uit de plant.

Ook het zaad van brandnetel zou leiden tot seks. De Romeinse dichter Ovidius gebruikt in zijn handleiding tot verleiden ‘Ars amandi’ (Liefdeskunst) netelzaadjes in zijn drankjes ter verhoging van het libido. In Duitsland werden eeuwen later de zaden aangeraden om vruchtbaarheid te bevorderen. Ook werd de brandnetelwortel genoemd als middeltje om zwanger te worden.

Een tip uit 1927 voor als je iemand wilt veroveren: graaf op 24 juni, Sint-Jan, een brandnetelwortel op. Zeg drie weesgegroetjes op en leg de wortel onder een altaardoek.

Islamitische meisjes uit Bosnië en Herzegovina gebruiken op de vooravond van Sint-Joris (22 april) de brandnetel als liefdesorakel.

Weersvoorspelling

Groeien de brandnetels in zomer en najaar heel hoog, dan zou er een strenge winter komen. Groeien ze vroeg, dan moest je vroeg zaaien. Werden de bladeren wit, dan zou zich een sterfgeval aandienen.

Bronnen voor deze blog: ik gebruikte vele naslagwerken, die ik ter plekke noem in de tekst, maar de belangrijkste boeken die ik raadpleegde zijn: ‘In de lusthof van Venus’ en het ‘Compendium van rituele planten in Europa’ door plantenfysioloog Marcel de Cleene.

4 Antwoorden op “Dossier Brandnetel”

  1. Pepermans patrick zegt: Beantwoorden

    Ik krijg van tijd tot tijd een allergische aanval die zich uit in vele fel jeukende bobbels in allerlei grillige vormen die hard en pijnlijk worden.
    Als ik me dan ga netelen stopt de aanval en gaat alles weer weg. Fantastisch natuurlijk hulpmiddel waar alle medische hulp faalde

    1. Interessant!

  2. Hallo Katja,

    Ik heb een vraag over de zaden. Weet jij waarom je ze groen moet oogsten? Waarom niet laten rijpen aan de plant? Ik lees elders ook dat ze rijper nootachtiger gaan smaken.
    Alvast bedankt voor je reactie.
    Ps, de term jaarkruid wordt bij Herba Sanitas gebruikt. Doe je daar je opleiding?

    1. Hi Mirjam, ik oogst de groene trosjes omdat ik echt die hele volle dikke (dus niet die ‘sliertjes’) zoek, die zien er het ‘weelderigst’ uit. Dat zie je het beste als ze nog zo groen zijn. Die laat ik vervolgens ondersteboven in een zak enkele weken drogen en schud ze daarna uit. Als je ze aan de levende plant buiten laat drogen, kunnen er in de loop der tijd al veel zaden zijn afgevallen/gegeten/gewaaid en is ook de kwaliteit wat minder (m.i.) omdat ze dan lange tijd in weer en wind hebben gestaan.
      Ik heb een jaaropleiding bij Maaike Pfann gevolgd vorig jaar.

Geef een reactie