De Vlaamse Sarah Devos schreef het Bosboek. Ik volg haar op Instagram en had al gezien dat ze een bijzondere kijk op de natuur heeft. Een kijk die me bevalt 🙂 Daarom vroeg ik haar voor een interview en ik mocht alvast in haar boek neuzen: het is een superboek.
Sarah studeerde communicatie, had een baan in het toerisme en op een universiteit en freelancete ernaast als tekstschrijver. Op een moment besloot ze zich fulltime aan het schrijvers- en redacteursvak te wijden, iets waar ze als kind al van droomde. Ze schreef en redigeerde allerlei soorten boeken. Voor haar maakt het onderwerp niet uit, als ze er maar wat van kan leren, zegt ze. “En dat combineert ook goed met twee dochters van 4 en 6.”
En waarom besloot je nu zelf een bosboek te maken?
“Ik las Het laatste kind in het bos van Richard Louv. Wat ik zelf al aanvoelde, zag ik daar zwart op wit staan: we hebben groen nodig! Het is goed voor je, zieken herstellen sneller in een groene omgeving, mensen zijn minder agressief als ze meer groen hebben, je bent productiever als je uitkijkt op een raam met groen dan wanneer je naar een muur moet kijken… Al die dingen plus de vragen die mijn kleuterdochters stelden als we eens door het bos wandelden – en waar ik totaal niet op kon antwoorden – deden een belletje rinkelen: iederéén geniet van een wandeling in het bos, maar we doen het met z’n allen veel te weinig. En weten we eigenlijk nog wel wat we zien en waar we aan voorbij wandelen?”
Hoe begon je?
“Ik verdiepte me in het bos, volgde een korte cursus ‘kinderen begeleiden in de natuur’ en las alle boeken die ik erover te pakken kreeg. Zo ontdekte ik dat er superveel toffe weetjes zijn over het bos, maar dat ze vaak ofwel heel erg gericht op kinderen worden uitgelegd, ofwel in een nogal duf jasje zitten… Toen bedacht ik: ‘Hé, ik wil zelf een mooi bosboek maken, voor grote mensen!’ Ik heb een vreselijk slecht geheugen, dus ik noteerde alle boeiende dingen en verzamelde ze in het boek. Voor mezelf, maar ook voor andere mensen die graag in het bos zitten. Daarbij kreeg ik de hulp van Dirk Fiers, een hele toffe, enthousiaste natuurgids.”
Wie gaat jouw bosboek geweldig vinden?
“Het is echt voor beginners, zoals ik er zelf ook nog altijd één ben. Je herinnert je nog wel iets van de lagere school, van dat kleefkruid en die gelobde bladeren van de eik, maar hoe zit dat nu ook alweer precies? En néé, je hoeft echt niet om 4 uur ‘s ochtends in een vogelkijkhut te gaan zitten om iets uit het boek te kunnen herkennen. Hoewel dat ook fijn is natuurlijk! Maar het is echt de bedoeling dat de kans dat je in het bos iets spot dat je in het boek hebt gezien, heel groot is.
Dus Het bosboek is géén boek voor specialisten en detaillisten, maar voor iedereen die wat meer te weten wil komen over wat er allemaal leeft en kruipt en vliegt, gewoon op een zondagse boswandeling. Het is zo leuk om voor het eerst iets nieuws te herkennen. Zo komt het bos pas écht helemaal tot leven. Er staan bovendien ook tips in om alleen te gaan wandelen, met kinderen, inspiratie voor boscadeautjes of ervaringen in het bos of waar je welke stoere dieren kunt vinden.”
Wanneer is voor jou iets een ‘bos’?
“Wat ik belangrijk vind, is dat het over ‘bos’ in de ruime context gaat. Daar wil ik helemaal niet te strikt in zijn. Sommige mensen hebben nu eenmaal alleen een parkje vlakbij, ook zij moesten iets aan het boek hebben. Daarom staan er ook enkele dieren en planten in die je ook vindt in de groene rand en zelfs een eenvoudig (stads)park, en die echte natuurgidsen misschien niet voor honderd procent als bos zullen beschouwen.”
Wat hoop je te bereiken met je bosboek?
“Dat mensen beseffen wat voor een wonderlijke plek zo’n bos eigenlijk is en dat ze meer gaan snappen hoe belangrijk dat groen is. Hoe meer je erover te weten komt – en geloof mij, ik weet er zeker ook nog lang niet alles van, hoe meer laagjes dat bos krijgt.”
Laagjes?
“Vroeger was een bos niet meer dan een statisch decor waar ik doorstapte. Nu ik er wat meer over weet, zie ik pas goed wat voor een dynamische plek het is, waar alles extreem vernuftig samenhangt. Hoe elk diertje, elk plantje zijn eigen plekje en belang en functie heeft: wonderbaarlijk is dat. Ik spreek ook alsmaar vaker buiten af met mensen, voor een boswandeling, een outdoor borrel, of een speurtocht… En iedereen is telkens enthousiast en verbaasd over de mooie dingen die je vlakbij kunt bezoeken, daarvoor hoef je echt niet naar het andere eind van de wereld. Ik hoop dat meer mensen ook die reflex krijgen om in de natuur af te spreken, voor een vergadering, een dagje weg, of een feestje.”
Je hebt ook een zoekplaat voor kinderen, die tenminste niet zo truttig is als je vaak ziet bij standaard natuurorganisaties, wat is jouw filosofie over ‘leren over de natuur’?
“Dankjewel. 🙂 Intussen staan er zeven zoekplaten die je gratis kunt downloaden op mijn blog – en ik denk dat de ‘jakkiedingenzoektocht’ de populairste is.
Het is niet mijn bedoeling om een blog of boek te maken voor alléén mensen met kinderen, maar ik ben nu eenmaal het meest op pad met mijn dochters. Ik vind het gewoon fijn om samen met hen op zoek te gaan naar allerlei dingetjes. Soms zeggen ze weleens ‘Oh nee, mama, wéér het bos?!’ maar als we er dan zijn, zijn ze toch weer vrolijk en uitgelaten, haha.
Hoe kleiner, hoe beter, lijken ze soms wel te denken. Het kleinste detail spotten ze vaak eerst. Ik vind dat fascinerend en zo leer ik ook altijd nog wat bij! En dan de fierheid die ze voelen als ze roepen ‘Kijk! Een pimpelmees!’ en de trots dat ze die wisten te herkennen, dat is gewoon zalig om te zien. Klimbomen testen, schrammen en blauwe plekken oplopen, met een stokje in de modder roeren, dammen van stenen bouwen in een riviertje, even stil zijn en luisteren naar wat je rondom je hoort… Het is fijn om te merken dat kinderen daar ook nog steeds ongelofelijk blij en vrolijk van worden.”
Was je zelf eigenlijk een buitenkind?
“O, nee, ik was zelf een echt binnenkind – ik verslond boeken – dus ik ben blij dat we nu samen het bos op kindermaat kunnen ontdekken. En – zonder zweverig te willen klinken – het is ook heel waardevol dat kinderen zo leren dat alles samenhangt, dat we goed voor de natuur moeten zorgen. En dat je niet altijd naar een gigantisch pretpark moet of je tablet moet bovenhalen om plezier te maken. Of zoals mijn oudste dochter onlangs antwoordde, toen we in de Voerstreek wandelden, toen mijn man zei: ‘Kijk, Anna, hier is helemaal niks!’, ‘Huh? Maar nee, papa, hier is juist ALLES.’
Voor het eerst maakte je ook zelf de illustraties bij je boek!
“Ik volgde ooit vijf jaar toegepaste grafiek in avondschool, maar ik had al lang niet meer getekend, alleen om op de blog te illustreren wat bijvoorbeeld het verschil was tussen zwarte vogels. Héél onzeker was ik daarover, het angstzweet brak me uit als ik eraan dacht dat ik zelf de tekeningen zou maken, haha! Eerst volgde ik dan ook een aantal andere pistes, met externe illustratoren, maar na een tijdje (en een schop onder mijn kont van Madame Zsazsa, van de bekende blog, weet je wel) durfde ik het dan toch aan. En ik moet zeggen: ik ben enorm blij dat het boek nu voor de volle 100% van mij is! Het tekenen was ongelofelijk leuk om te doen. Daar had ik misschien nog het meeste voldoening van. Toen ik de teksten en de tekeningen voor het eerst samen zag op de proefdruk liep ik een hele dag op wolkjes.”
Informatie over Sarah’s bosboek
Het bosboek (grote H, kleine b ) is verschenen bij M-books en kost € 24,95 euro.
Ook leuk om te lezen
Het artikel op deze site over het spel fotojacht.