Bonte grandeur in de Belgische Koninklijke Serres

Koninklijke Serres

Afgelopen week bracht ik een bezoek aan de Koninklijke Serres van het Belgische koningshuis in Brussel. Die zijn elk jaar maar 3 weken te bezoeken, dus als je wilt gaan: ze zijn nog tot en met 10 mei open. En dat loont de moeite: de serres zijn écht ongekend. Koninklijke groene grandeur met een heerlijk vleugje ouderwetse kitsch.

Koninklijke Serres
Mijn foto die duizenden bezoekers voor en na mij ook hebben gemaakt van de koepel met kroon en de majestueuze Wisteria-boog.
Koninklijke Serres
Typisch 19e eeuwse architectuur: staal en glas.
De Sophora japonica ‘pendula’ is een bijzondere kronkelboom. Aan de overkant van een grote plas in de Engelse landschapstuin prijkt een Japanse pagode, in gigantische bokalen staan elegante witte tulpen en bij de ingang zit een koperen everzwijn fier met takken in zijn bek.
Vlak voor een gaanderij staat deze oude Wisteria (blauwe regen) uitbundig te bloeien.
Koninklijke Serres
Geraniums worden langs de wanden geleid, fuchsia’s bungelen vanaf het plafond naar beneden. In de verte prijkt een beeld. Kunst of kitsch? Ik vind het koninklijk!

Imposante serres en kakelbonte bloemenpracht

Bij de poorten voor de tuinen van het Kasteel van Laken is het elk voorjaar een dringen van dagjesmensen. Slechts drie weken zijn de Koninklijke Serres open voor het grote publiek. En iedereen wil het zien: de imposante kassen, de schitterende bloemenpracht en de keurig bijgehouden tuinen.

Als wij aankomen, staat er een enorm lange rij. Gelukkig mag ik die passeren want ik heb – jaja – een persoonlijke ‘pers-accreditatie’ om de tuinen te bezoeken.

Glanzende zeepbel

De eerste bijzonderheid is het aanzicht van de serres. De flinke, bekroonde koepel die als een zeepbel staat te glanzen in de zon, met z’n rozegroen blikkerende glaspartijen gevat in kopergroen geverfd staal.

Wat een imposante gebouwen zijn hier vanaf 1873 neergezet! Bouwmeester van deze glazen stad is hofarchitect Alphonse Balat. En hij is weer de leermeester van art-nouveau-architect Victor Horta, de beroemde Brusselse architect, die bij Balat de kneepjes van de gietijzer- en glasarchitectuur opdeed. Tussen architect Balat en zijn opdrachtgever Koning Leopold II schijnen vele gesprekken te zijn gevoerd, en talloze schetsen, brieven en voorstudies te zijn uitgewisseld. Het was een megaproject met een lange termijnvisie, er is meer dan dertig jaar aan gebouwd.

Selfie of familieportret

Mensen wachten geduldig en keurig tot degenen voor hen hun foto, familieportret of selfie hebben gemaakt. Daarna lopen we allemaal een stuk langs de uitgestrekte landschapstuin met zicht op een Japanse pagode. Ook komen we nog langs de rietgedekte cottage waarin koningin Elisabeth haar atelier had. Langzaam spreidt het publiek zich wat meer over het terrein uit.

Kakelbonte rododendrons, azalea’s, asters, geraniums en hortensias. De kleuren knetteren onophoudelijk.

Onophoudelijke kleurenpracht

Vervolgens belanden we in lange gaanderijen vol kleurenpracht die bijna onwerkelijk en sprookjesachtig aandoet, maar ook een prachtige groene erfenis lijkt uit vervlogen tijden, waardoor het soms een zweempje kitscherig is. Dat maakt de Koninklijke Serres juist zo heerlijk: bonte geraniums in alle mogelijke ijs- en zuurstoktinten zijn opgebonden tegen de glazen wanden, daarboven bungelen feeërieke fuchsia’s in roze, paars, rood en lila. Soms heb je een doorkijkje naar een klassiek beeld, of passeer je een knaller van een bloemstuk in een pronte vaas, of een trapje vol olijke hortensia’s en kakelbonte asters. De kleuren knallen onophoudelijk door. Heerlijk!

Een enorme verscheidenheid aan fuchsia’s bungelt vanaf de plafonds naar beneden.
Koninklijke Serres
Ook zuurstokroze is een veelgeziene tint.
Maar… ook maagdelijk wit is toegepast.
Joehoe! Niks vloekt, alles matcht!

Waardevolle plantcollectie

De plantencollectie van de Koninklijke Serres is heel waardevol. Nog steeds staan er planten uit de periode van Leopold II en de rest van de planten weerspiegelt de tijdgeest van toen. Ook is er in de loop der tijd een uiterst zeldzame en waardevolle, exotische verzameling ontstaan.

Wat verder ontzag inboezemt, is de grote zorg die aan al die groene grandeur wordt gewijd door een enorme staf medewerkers.

De reusachtige koepel van binnen: vol palmen die er ook eind 19e eeuw al stonden.
Indrukwekkend bouwwerk, die Wintertuin.

Het klapstuk

En dan volgt ’t klapstuk: die reusachtige ronde koepelkas van binnen bekijken. Wat een machtig mooi bouwwerk is dat, gevuld met palmen en exotische planten en bloemen. De ‘Wintertuin’, zoals de koepel heet, is de eerste serre die in dertig jaar tijd op het domein werd opgetrokken. Het bouwwerk is zo hoog dat er flinke palmbomen in konden worden gezet, waarvan de meeste nog dateren uit de begintijd.

Conclusie: de Koninklijke Serres van Laken zijn écht een ongekend en met niets vergelijkbaar oord, en een bijzondere inspiratiebron voor liefhebbers van planten én architectuur. Met recht een uitzonderlijke attractie waar ik morgen zo voor in de rij zou gaan staan.

Welk een weelderigheid!
Koninklijke Serres
Boeketje…

Zo bezoek je de Koninklijke Serres

De entree is slechts € 2,50 en de opbrengsten gaan naar een restauratie- en liefdadigheidsfonds. De openingstijden verschillen per dag enorm, dus check van tevoren deze website.

TIP: kies vanwege de overweldigende belangstelling je betere bezoekmoment:

  • Neem al ruim één uur voor openingstijd voor de ingang je post in.
  • Ga halverwege de openingsuren, als de grootste massa al binnen is.
  • Ga pas anderhalf uur voor sluitingstijd.

Ingang en uitgang: langs de erehekken van het Kasteel te Laken, Koninklijke Parklaan in Brussel. Tegenover is de parkeerplaats.

Parking: recht tegenover het Kasteel te Laken, Vorstenhuislaan.

Ook bezoeken in de buurt

Op 5 kilometer afstand ligt de prachtige botanische Plantentuin Meise en ook niet zo ver weg vind je in dezelfde periode de magische boshyacinten in de Vlaamse bossen.

Geef een reactie