FOTOREPORTAGE – Afgelopen week keek ik bij onze buren Jeroen en Karin mee naar het ringen van ‘hun’ ooievaars. Een machtig moment om bij te zijn.
Aan de weg waaraan wij in Drenthe wonen, staan meerdere ooievaarsnesten. Vanaf half februari strijken daar de eerste vogels neer en dat hoor je meteen, aan het markante geklepper.
Een van die nesten prijkt in de achtertuin B&B De Heerlijkheid van Jeroen en Karin. Zij hebben daar in 2010 een zogeheten ‘ooievaarspaal’ neergezet. “In 2011 hadden we meteen een paartje met een nest jongen, en daarna elk jaar weer”, vertellen ze. “Het blijft steeds een belevenis om deze bijzondere vogels van zo dichtbij te kunnen meemaken. En ook onze gasten vinden het prachtig.”
Eind mei zijn de ooievaarsjongen vijf weken oud. Dan zijn ze groot en sterk genoeg om ze kort uit het nest te halen. Die ooievaarskuikens hebben dan toch al gauw de afmeting van een forse eend of kip!
Kuiken redden
In dit nest waren oorspronkelijk vier jongen geboren, maar één ooievaarskuiken is uiteindelijk gestorven. Karin en Jeroen hadden al in de gaten dat er iets niet goed ging. “We checken het nest af en toe en dit kuiken was vuil en futloos. Het had een harde buik. Dat duidt erop dat het te weinig voedsel krijgt en zich voedt met afval van de anderen. Waarschijnlijk was er vanwege de droogte te weinig eten te vinden voor alle jongen.” Ze hebben het verzwakte kuiken nog proberen te redden en naar het Ooievaarsstation De Lokkerij bij de Havixhorst gebracht, maar dat heeft helaas niet mogen baten.
Snavelbadje
Vrijwiligers Wim en Annemieke komen ringen en meteen kijken naar de status van de dieren. De jongen worden op een oud laken gelegd, buiten op tafel. Het is een soort bezoekje aan het consultatiebureau. Eerst krijgen ze een ‘snavelbadje’, het vuil wordt uit hun bek gepeuterd en de bek wordt even gespoeld. Dan kun je zien of er ontstekingen zijn en de bek niet scheef groeit. Vervolgens worden de jongen meteen geringd. Daarna wordt er van alles gemeten: gewicht, vleugellengte, de staat van de veren, en: wat zit er in de braakballen?
Ringen gebeurt al vanaf 1911
Het ringen gebeurt in het kader van wetenschappelijk onderzoek naar onder andere vliegroutes en afwijkingen daarin. “Zo komen we erachter dat er begin vorige eeuw, toen onze voorgangers in 1911 met ringen begonnen, veel meer vliegroutes waren. Nu vliegen de ooievaars alleen nog via Gibraltar. Dat kan met beschikbaarheid van voedsel, droogte en dus met klimaatverandering te maken hebben”, legt vrijwilliger Wim uit.
Onderzoek
Van alle ooievaarskuikens in Nederland worden er ieder jaar 40 tot 50 procent geringd. Met zo’n genummerde ring is elke vogel te volgen. Zo zijn gegevens te verzamelen over vestigingsplekken, partnerkeuze, aantal jongen, levensduur, groei van de populatie en vliegroutes. Met die gegevens kan onderzoek gedaan worden.
Naar Afrika
Eind augustus vliegen de ooievaars allemaal naar Afrika, om te overwinteren. En dan is het wachten tot die eerste dag in februari, waarop het eerste geklepper weer klinkt over de weiden. De ooievaars zijn er weer! De winter is voorbij.
Meer info over ooievaars in Nederland
Bij de Stichting Stork vind je allerlei wetenswaardigheden. Ook kun je geld doneren en een ooievaar adopteren.
In Nederland is er ook discussie over de ooievaars. De weidevogelbeschermers zijn minder enthousiast over de toename van deze vogels, want die zijn van mening dat ze de jongen van de weidevogels eten, die ook bescherming behoeven. Dat berust op een misverstand, aldus Stcihting Stork.
Wil je meer weten over de B&B van Karin en Jeroen, kijk dan hier.