AVONTUURLIJK TUINIEREN * Op mijn tuin Verderland snoeide ik knotwilgen. Van de twijgen (wilgentenen) maakte ik van alles, net als mijn tuincollega’s. Kijk wat wij ermee deden en ontdek nog meer inspiratie.
Wilgen knotten en gebruiken
Wilgen hebben om de twee/drie jaar een knotbeurt nodig, anders worden de takken topzwaar en kan de boom op den duur omvallen, maar je snoeit ook niet alles in één keer omdat je steeds enkele bomen in bloei wilt houden voor de insecten. Om die reden zie je soms bij rijen knotwilgen aan weerskanten van een sloot, dat het ene jaar de bomen aan de ene slootkant en het volgende jaar die aan de andere slootkant wordt geknot. Ook kun je een rijtje wilgen om en om knotten, vaak wat fraaier voor het aanzicht.
Een wilg hoor je helemaal kort te knotten, dus zo kort mogelijk op de knot netjes af te zagen.
De knotwilgen op de ondernemerstuin waar Verderland te vinden is, waren al een tijdje niet meer aangeraakt. We proberen daar nu weer vorm in te krijgen. Van het snoeihout maakten we van alles, want de wilgentakken kun je op verschillende manieren gebruiken.
De groeikracht benutten
Het toffe van wilg, is de enorme groeikracht. Als je de takken (net als van vlier en hazelaar) vroeg in de winter in de grond zet, zullen ze 9 van de 10 keer opnieuw gaan uitlopen. Je kunt er dus van alles mee bouwen, en daarna groeit het door en wordt je bouwwerk dus ook deels groen.
Zo maakten wij op ons tuinterrein Un Bietje Groen in Tilburg bij verschillende ondernemerstuinen een groene poort, door twee dikke wilgentakken naar elkaar toe te buigen en in het midden met touw aan elkaar te knopen. Ik heb er nog een kamperfoelie tegenaan gezet.
De souplesse en twijgjes benutten
Omdat de jonge twijgen soepel zijn, kun je er ook mooie horizontale vlechtschermen mee maken, of een wild klimrek voor bonen of siererwten.
Restjes snoeihout kun je in een takkenril verwerken. Kortere eindjes verwerk je in een insectenhotel. En van de hele kleine twijgjes maak je plantengroeimiddel.
Waar vind je wilgentenen?
Er is misschien een boer of tuinbezitter in je buurt die gaat knotten en die je graag een paar bussels takken wil doneren. Of informeer eens bij een hovenier of natuurorganisatie in je omgeving. Er zijn ook gespecialiseerde bedrijven die wilgentenen leveren.
Nodig voor wilgen knotten
Nodig voor het zelf wilgen knotten:
- zaagje
- hoog reikende snoeischaar
- lagere snoeischaar
- een tweede persoon voor het aannemen van de takken
Takkenril
Wiglo
Van lange takken kun je een wiglo vlechten, een iglo van wilgentenen. In een dagdeel heb je zoiets staan. Gebruik vers geknotte en dus nog levende takken, zonder loof, van circa 2 tot 3 centimeter doorsnede. Die zijn buigzaam en makkelijk te vlechten.
Zo ga je te werk
- Boor gaten van 50 centimeter met een grondboor, op 50 centimeter van elkaar.
- Vul die met water.
- Steek in elk gat 2 tot 3 takken.
- Maak de gaten weer dicht met aarde.
- Vlecht de takken door elkaar in de vorm die je wilt. Per gat laat je 1 tak omhoog gaan, de andere buigen opzij om ze daar met andere takken te vervlechten.
- De takken gaan wortelen en schieten in het voorjaar uit, zo ontstaat een groene beschutting.
Of je maakt een wilgentenen afscheiding, een pergola, boog, of zelfs een heel wilgenlaantje.
Vlechthekje
Cosy corner
Groeimiddel
Wilgen bevatten een stofje dat de groeihormonen van stekjes en jonge plantjes stimuleert, auxine. In februari en maart knip je wat piepjonge lichtbruine uiteindjes van de wilgentakken. Die knip je vervolgens in kleine stukjes van een centimeter of 5. Laat ze 24 uur trekken in een emmer regenwater, of giet er kokend water over. Laat 24 uur staan. Dit aftreksel kun je nu per plantje een scheutje geven. Doop ook eens nieuwe stekken in dit wilgenwater. Bewaar het maximaal 2 maanden in de koelkast, maar liefst gebruik je het meteen. Als je de bast van jonge wilgentakjes droogt en tot poeder vermaalt, heb je stekpoeder.
Lees meer over zelf bouwen in je tuin met natuurlijke en te hergebruiken tuinmateriaal in mijn boek Van tegeltuin naar jungle