TUININSPIRATIE * In Vlaanderen, even boven Brussel, ligt de Plantentuin Meise. Deze flinke botanische tuin heeft elk moment van het jaar wat te bieden. Ik ging er eind april op ontdekking en trof er nog nét de machtige magnoliabloesems, beginnende rododendronbloesem en een tuin vol pioenen. In juni staan de rozen in de nieuwe rozentuin te pronken en zo is er in elke maand wat anders te bewonderen.
Met een lentezon op mijn bol en mijn camera op scherp loop ik naar de nieuwe entree van Plantentuin Meise. Vol verwachting ook, het is immers één van de grootste botanische tuinen ter wereld, net buiten Brussel gelegen, op Vlaams grondgebied.
De groene ark
Meise is 92 hectare groot, 225 jaar oud, herbergt ruim 20.000 plantensoorten: 11.500 onder glas en 8.500 in open lucht.
De tuin is in het bezit van een herbarium met zo’n 4 miljoen specimens (o.a. het grootste rozenherbarium ter wereld) en belangrijke historische collecties uit Brazilië en Centraal-Afrika. Ook is er een bewaarbank met zaden van wilde planten. Zo bevatten de diepvriezers van deze dendrologische schatkamer ruim 200 wilde boonsoorten, de grootste collectie ter wereld. Verder hebben de medewerkers enkele beschermde planten onder hun hoede. En in de botanische bibliotheek staan meer dan 200.000 werken, met publicaties uit de 15e eeuw tot aan vandaag – daar zou ik graag eens rondneuzen!
In De Groene Ark, het nieuwe kassencomplex in aanbouw, zal straks een deel van de collectie worden gehuisvest, en behouden voor toekomstige generaties.
Kasteel
Centraal prijkt kasteel Bouchout, waar enkele jaren gelden de ‘Verklaring van Bouchout’ werd ondertekend. Die heeft als doel om digitale gegevens over biodiversiteit openbaar beschikbaar te maken, waar 300 organisaties zich wereldwijd aan hebben gecommiteerd. Meise is sowieso internationaal betrokken bij allerlei projecten en connecties op het gebied van wetenschappelijke onderzoeken naar diverse plantsoorten in allerlei windstreken en ook op het gebied klimaatverandering dragen ze bij aan onderzoek.
Dag dwalen door het groen
Het park is het hele jaar open. Vanuit de drukke wereldstad kom je in een afwisselende, groene wereld die een dagbestemming blijkt voor zowel de botanische fijnproever, als een breed publiek. Om het kasteel plooit zich het park, waar je uren zoet kunt zijn als je alles goed wilt bekijken. Trek dus je wandelschoenen aan en maak er een dagje uit van.
Na de ingang kun je links langs informatiepanelen lopen en daar een van de actuele wandelroutes uitkiezen.
ROUTE
Sinds 2020 heeft de tuin op enkele plekken een flinke metamorfose ondergaan. Veel stukken zijn flink aangepakt om de volgende decennia weer letterlijk te floreren. De entree is vernieuwd en de oude beukenlaan liep helaas op z’n eind en is nu vervangen door andere bomen.
Vlak na de ingang liggen de Middeleeuwse Tuin en de Geuren- en Kleurentuin.
Plantenpaleis
Als je verder doorloopt richting kasteel, kom je uiteindelijk via een bocht naar links terecht bij het Plantenpaleis. In de border ervoor staan mooie helleborussen van Vlaamse kwekers, die de helleborus orientalis steeds kruisen waardoor er almaar nieuwe variëteiten ontstaan.
Dit omvangrijke art nouveau-kassencomplex (serres, zoals de Vlamingen zeggen) Het Plantenpaleis omvat dertien kassen met daarin een groot deel van de duizenden plantsoorten van Meise. Alle klimaatzones komen hier aan bod, van savanne tot woestijn en regenwoud. Via een soort boomkroonpad kun je ook de planten van bovenaf zien en er is een kas waarin ook de evolutie van de planten op aarde heel duidelijk wordt uitgelegd.
Cronquist-tuin
Eenmaal weer buiten, verder op de route, kom je langs de magnoliaweide en wandel je via het naaldbomenbos naar de charmante ronde Balatkas waaromheen een tuin is aangelegd volgens het zogeheten Cronquist-systeem van bloeiende planten (bedektzadigen). Deze manier van rangschikken is door de Amerikaanse botanicus Arthur Cronquist uitgewerkt in de jaren zestig, zeventig en tachtig. Het idee werd over de hele wereld gebruikt, maar op een gegeven moment kwam het Angiosperm Phylogeny Group (APG)-systeem in zwang. Leuk detail is dat ook de paardenbloem een eigen vak heeft in deze tuin.
Als je doorloopt, volg je de Amelvonnebeek die hier door het terrein stroomt en kun je verschillende kanten op. Naar de geneeskrachtige planten, naar de dendrologische schatkamer, naar Wild Meise, of het 94 soorten eiken-bos, om uit te komen bij de imposante rozentuin en het bos met rododendrons en azalea’s. Op veel plekken staan in april stinsenplanten zoals daslook en boshyacinten onder de bomen.
Hortensia, pioen en culinair
Er zijn nog geen bloeiende hortensia’s, maar als ik de Oranjerie nader, zie en ruik ik een overdaad aan bedwelmend geurende pioenrozen. Wat een oogstrelende bloemenweelde, de ene pioenroos oogt nog fraaier dan de ander. In dit Bloementheater met verhoogde plantbedden staan wel 160 soorten en cultivars aan pioenrozen en bijen en hommels vliegen af en aan.
Info Plantentuin Meise
Er zijn regelmatig speciale activiteiten in de tuin, zoals brunches, plantdagen of workshops.
Voor meer informatie zie de website van de Plantentuin
Leuk weetje
Door een vondst van een hoofdtuinier van de Plantentuin Meise, de heer Bresiers, is de witlof als eetbare plant ontdekt.
Combinatietip
Combineer de tuin eind april/begin mei zeker met een bezoek aan de Koninklijke Serres van Laken. Lees hier mijn blog en ook fantastisch in deze periode zijn de magische Vlaamse boshyacinten.
Hallo
Leuk overzicht, maar met enkele foutjes, jammer genoeg.
Plantentuin Meise is géén Nationale Plantentuin van België.
De officiële naam is: Agentschap Plantentuin Meise, afgekort: Plantentuin Meise.
Het Plantenpaleis is géén ontwerp van Balat.
En er zijn niet 10.000 soorten, wél 20.000.
Vriendelijke groet
Dank Sonja voor het aandachtig lezen van de tekst, inmiddels is in overleg met Meise zelf e.e.a aangepast. Groet! Katja