Tuinvraag: hoe pak ik mijn stadstuin aan?

AVONTUURLIJK TUINIEREN * Regelmatig krijg ik vragen van mijn tuinboekenlezers die graag aan de slag gaan, maar nog een specifieke kwestie hebben die hún tuin aangaat. Zo ook Eric, die mailde over zijn stadse tegeltuin. Hij wil deze graag avontuurlijk aanpakken, maar… wáár en hoe te beginnen?

Eric schrijft: “Ik heb het boek Avontuurlijk Tuinieren uit de bibliotheek geleend en vind het zeer inspirerend, maar stuit op een probleem. Ik heb een voor stadse (en mijn eigen begrippen) best ruime tuin (ongeveer 100 m2). Die ligt op het zuidwesten. Echter, de tuin is vrijwel volledig beklinkerd, in het midden staat een inmiddels buitenproportionele ginkgo. Ik wil dolgraag planten, bloemen, struiken en een vogel/insectvriendelijke tuin. Nu lees je over ’tegel eruit, plant erin’. Leuk gedacht, maar onder de stenen ligt een laag van zo’n 30-40 centimeter bouwzand. Daar groeit helemaal niks op. Ik schat dat ik zo’n 30-50 vierkante meter zal moeten ontstenen, als ik alles plantklaar wil maken. Ik maak nu voorstellingen van een giga-operatie met een wissel van tonnen zand voor aarde. Dan zakt de moed mij in de schoenen en gebeurt er weer een jaar niks. Kunnen jullie mij adviseren hoe ik dit zou kunnen aanpakken? Moet al het zand eruit en worden vervangen door, ja door wat eigenlijk? Of zou een paar meter per keer dan handiger zijn? Hoe kom ik van die stenen, het zand af en hoe creëer ik een goede bodem. Mijn budget is bovendien zeer beperkt, dat helpt ook al niet.”

Ha Eric, dat klinkt als de spreekwoordelijke berg rijstebrij, hoewel er toch ook al veel groen in de tuin is. Wat betreft de stenen eruit: érgens beginnen is altijd het beste, je zult jezelf er volgend jaar dankbaar voor zijn.

Het advies volgens Avontuurlijk Tuinieren

Meer bloei het hele jaar door – hergebruik van materialen – tijdelijk potten vlakbij huis voor snelle groei en bloei.
  1. Doorloop de ontwerpstappen uit het boek Avontuurlijk tuinieren kan iedereen of Van Tegeltuin naar Jungle om te onderzoeken wat je zelf wilt in je tuin. Met name: wat wil je waar?
  2. Plan een composthoop, en een takkenril of ‘gedoogd rommelhoekje’.
  3. Laat de schitterende ginkgo staan. Een boom is een basiselement voor boven- en ondergrondse dieren. Kijk met een boomdeskundige hoe je deze wat kunt intomen als je dat zou willen, want wellicht kan er wat ondergroei worden weggehaald waardoor je wat meer lucht krijgt in de tuin. Dat is wel een kleine investering waard. Het is een prachtige ‘centerpiece’ en een heel bijzondere boom.
  4. Maak een meerfasenplan dat behapbaar is. Haal in elke fase een overzichtelijk aantal tegels eruit. De tegels kun je (evt. na halveren) stapelen tot muurtjes en borderranden. Daar kunnen veel nuttige tuinbeestjes in schuilen en nestelen, en je kunt er zelf op zitten. Voor inspiratie kun je naar de tuin van De Wilde Weelde bij de Tuinen van Appeltern, de tuin Natuurlijk Buiten in Sinderen of de tuinen van Louis le Roy in Mildam (en Heerenveen) gaan kijken. Ook kun je het steen gebruiken om plekken mee op te hogen, waarmee je meer diversiteit en verschillende biotopen creëert. Stort er een goede laag tuinaarde/compost overheen. Zoiets is ook te bedekken met sedum-matten of huislookplanten.
  5. Lukt het je niet zelf, zet dan de stenen op Marktplaats bij ‘Gratis af te halen’ en dan vermeld je dat mensen het zelf eruit mogen wippen. Dat laten ophalen kan ook met het zand eronder. Sommige mensen hebben puin nodig om e.e.a op te vullen. Je kunt het verder gebruiken voor een insectenheuvel en voor het vullen van de bodems van grote plantenbakken. Haal je de tegels weg, overweeg dan eens halfverhardingen als houtsnippers, grind of split, perzikstenen. Zie deze blog.
  6. Het zand kun je behouden, maar het is belangrijk die bodem te verrijken door deze letterlijk te gaan voeden. Dat doe je als eerste met een laag goede tuinaarde, bijvoorbeeld van Bio-Kultura. Of haal compostaarde bij je gemeente en vul dit met wormencompost of micro-organismen aan. Voed de bodem vervolgens met (fijngeknipt) snoeimateriaal (mulch heet dat) gedurende alle maanden, en eventueel je eigen compost. Verder kun je binnen met Bokashi beginnen. Lees ook deze blog.
  7. Kijk voor beplanting eens naar prairieplanten, mediterrane kruiden en rotsplanten, die hebben eigenschappen dat ze vaak op wat stenige grond kunnen gedijen. Ook huislook en een plant als muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus) gaat goed op stenige, zanderige plekken. En: maak eens een ‘aanwaaihoek’ waar je niets aan doet. Dan kun je ontdekken welke (wilde) planten zich daar vanzelf vestigen en zich dus klaarblijkelijk thuis voelen, en de bodem voorzien van mineralen en voedingsstoffen. Vraag in je sociale netwerk naar plantstekken en zaden, vooral in het najaar is er veel uit andermans tuin te halen.
  8. Om de plekken die je later pas gaat aanpakken, toch tijdelijk biodivers te maken, kun je potten neerzetten. Die vul je deels met puin/zand en verder met goede biologische tuinaarde zonder turfmolm. Daarin kun je van alles laten groeien, van aardbeien en tomaten tot kruiden, tot eenjarige bloemen en zelfs kleine heesters. Zie de plantenlijstjes in mijn boeken én spiek in geveltuinen in de buurt of andere steden voor inspiratie.
  9. Er is ook een erg weelderige groei te zien in je tuin. Kijk eens wat je daar kunt te snoeien of eventueel weghalen en weggeven, om wat meer begaanbaarheid in je tuin te krijgen voor jezelf (daarmee vul je gelijk je composthoop of takkenril). Op internet is te vinden welke heester wanneer gesnoeid kan worden, en over het algemeen is snoeien: goed kijken naar de plant: hoe hou je de vorm erin.
  10. Daarnaast is er weinig bloei te zien. Kijk met de plantenlijstjes in mijn boeken hoe je jaarrond bloei in de tuin kunt krijgen. Ook door bij buren, bermen en parken in je omgeving te spieken door het jaar heen. Zo kun je ontdekken welke planten wanneer bloeien. Met de app Plantnet zoek je de soortnaam makkelijk op.

Qua luizen: probeer mieren een kans te geven de luizen te gaan managen. Zij halen er honingdauw vanaf als voedsel en een teveel aan bladluizen voeren ze af naar de larven in hun nest. Verder pikken ook vinken af en toe luizen, plus oorwormen, lieveheersbeestjes en gaasvliegen eten ze graag.

Sieraardbeitjes zijn schijnbaar wel geliefd bij egels, als deze de tuin in kunnen komen via een gat. Ook is het een decoratieve en sterke bodembedekker met grappige vruchtjes en aardige bloemetjes die goed zijn als nectar- en stuifmeelbron voor insecten. Bovendien zijn de jonge blaadjes van sieraardbeien eetbaar in pesto.

Succes!