NATUURVRIENDELIJKE HUISRENOVATIE * Met mijn komende duurzame huisrenovatie in gedachten, liep ik rond op de Dutch Design Week 2024 om inspiratie op te doen. Zie welke 7 trends ik eruit haalde.
Ik wilde graag ideeën opslorpen en weten wat de trends zijn. Iemand zei: laat jíj je door trends leiden? Dat is toch helemaal niet duurzaam? Jazéker laaf ik me graag aan trends, want als journalist blijf ik graag op de hoogte van wat er allemaal speelt en leeft. Ontwerpers hebben een verfijnde neus en supervoelsprieten voor ‘dat wat komen gaat’. Ze bedenken noviteiten op het gebied van materialen en toepassingen daarvan. Ook komen ze vaak met oplossingen die een twist geven aan het oude vertrouwde. Dus ja, gráág dompel ik me onder in de trends, om daar uiteindelijk voor mijzelf uit te pikken wat me nu past voor mijn eigen huis. De rest sla ik op in mijn brein. Het komt vroeger of later – in een totaal andere vorm – terecht in mijn werk.
Twee jaar geleden was ik ook op de Dutch Design Week en enigszins beteuterd, ik schreef toen dat ontwerpers en conceptdenkers zich meer mochten bezighouden met wat écht nodig is in onze huidige wereld. Dit jaar zag ik veel meer ‘urgentie’ in de ontwerpen en ideeën.
Omdat ikzelf nu middenin de aanloop naar mijn nieuwe huis zit, ben ik persoonlijk erg gespitst op woonideeën. Ik heb dus heel erg op details en kleuren gekeken, maar ook het bredere idee over wonen.
Wat ik zag op deze Dutch Design Week 2024:
- Samenleven in een community is het nieuwe ideaal
- Wol is het nieuwe materiaal
- Natuurlijke materialen zijn sowieso in opkomst
- Oude ambachten ook, zoals weven, knopen en vlechten
- Knusse hoekjes om je terug te trekken van kantoor tot ziekenhuis: ik wil er nu ook één!
- Overal kleuren, strepen, blokken, en wandkleden
- Grootse organische vormen uit de diepzee
Trend 1: Community’s zijn de toekomst
Aan de randen van de maatschappij zie je het al tijden kriebelen: andere woonvormen, andere woonwensen. Van zelf een tiny house bouwen, tot groepen mensen die zich verenigen om samen ergens groener en socialer te wonen. Ik woonde enkele presentaties bij, zoals van De Nieuwe Vroenten, een idee van de oprichter van de Vegetarische Slager, Jaap Korteweg. Die wil op duizend hectare een gezonde leefomgeving ontwikkelen voor zesduizend mensen uit alle lagen van de samenleving. “Met positieve impact voor mens, water, bodem, dier en natuur.” Klinkt super interessant. Ook hoorde ik Iris van Asselt spreken, zij is oprichtster van Studio Duurzaam Wonen en schreef net een boek over haar eigen tiny familiehuis in een community in Noord-Holland. Ook Wieke Potjer en Asceline Groot spraken over Anders Wonen, waar ze een boek over schreven. We ruilden onze boeken uit, daarover schrijf ik later meer.
Naast meer community-achtige woonvormen, zag ik ook (mondjesmaat) dat de gemeenschapszin, ofwel noaberschap ook in bestaande bebouwing opleeft. Het voor elkaar zorgen, eenzaamheid tegengaan, elkaar helpen, ideeën verbinden voor het gemeenschappelijk goed, dat krijgt weer waarde. Zo ook een overheid die toegankelijker wil zijn.
Het ik-tijdperk lijkt z’n einde te naderen. Het gaat niet meer om wie jij als individu bent, maar wat je doet voor de samenleving, je betekenis. Het gaat niet meer om jouw idee waar jij beter van wordt, maar om een idee dat goed is voor iedereen en dat je dus deelt. Het gaat wél om jouw specifieke, unieke talenten, die zo mooi de anderen met hún talenten aanvullen en zo samen de wereld een fijne plek voor iedereen maken.
Trend 2: Nog meer biobased
Biobased materiaal en vervanging voor kunststoffen neemt nu echt een vlucht. Er wordt allerlei nieuw materiaal gevonden in plantwortels, schapenwol, gras, schimmels en zeewier: snelgroeiende natuurlijke bronnen, die ook makkelijk door natuurlijke processen weer afbreken en dan geen vervuilende sporen zoals microplastics en chemicaliën achterlaten.
Het onderzoek naar alternatieven is al een tijd aan de gang, vooral in de bouwwereld, maar komt nu in een stroomversnelling, ook op het gebied van fashion en interieur.
Trend 3: Wol, weven en wandkleden
Overal, overal, was wel een designer met wol aan de slag gegaan. Een materiaal dat nu in Nederland wordt weggegooid. Huh? Hoezo? Het is een perfecte lokale grondstof voor isolatiemateriaal, fashion, interieur met allerlei geweldige eigenschappen! Aha, de aap uit de mouw: er schijnt te weinig voor te worden betaald, zodat weggooien goedkoper is dan verkopen. Dat soort mechanismen zijn toch bizar en wat mij betreft uit de tijd!
Nou, de ontwerpers hadden er flink hun licht over laten schijnen, dus kom maar op met die wol. Verder zag ik veel oude ambachten en vrijwel verloren technieken terugkomen, zoals weven. En ik zag wandkleden en andere textiele wandversieringen.
Trend 4: Cosy corners om even weg te duiken
Bij het bedrijf Be-Max, dat zich specialiseert in biophilic (met natuurlijke principes als leidraad) kantoorinrichting zag ik allerlei stoelen en zitjes waarmee je je kan afschermen voor de prikkels uit een grotere kantoortuin. Er was zelfs een kleine jungle waarin je midden tussen de kamerplanten kunt gaan schuilen op een comfortabele fauteuil. Ook de tafel met stoelen en het daybed direct voor het raam vond ik leuk vanwege het frontale zicht op buiten, waar je liefst uitkijkt op groen. Geinig: een minihuisje om je in terug te trekken. Verder: geluiden van vogels.
Nog meer ‘cosy corners’ zag ik in allerlei geweldige gordijnen – o.a. geverfd met zeewierextracten – die nieuwe ruimtes binnen een ruimte creëerden, en in wanddoeken van wol in mooie koraaltinten. In de kas van World Design Embassies op het Ketelhuisplein zag ik een soort slakkenhuis van latjes waarin je even kon verdwijnen.
Daarnaast was bij de Embassy of Health een project over Openbare Stilteruimtes te zien van ontwerpers Aline Gerards en Hedwich Hooghiemstra: “In een tijd waarin 1,3 miljoen werkende Nederlanders burn-outklachten hebben, wordt het steeds duidelijker hoe belangrijk momenten van stilte en reflectie zijn. Toch vinden veel mensen het moeilijk om het moment van stilte in te bouwen zonder een fysieke plek.” De twee onderzoeken hoe je stilteruimtes kunt bieden in ziekenhuizen, parken en kantoren voor een poosje bezinning in een drukke maatschappij. Ik denk dan even verder: het lijkt me een onderzoek waard om te kijken hoe we onze hele maatschappij stiller krijgen.
Trend 5: Bonte strepen en vlakken
Mijn oog viel op strepen en vlakken in kleurcombinaties die me intrigeerden. Van nieuwe biobased en oeroude materialen.
Het sloophouthergebruik van Piet Hein Eek weet hij tóch weer een slag verder te brengen met zijn op de klassieke tegelkachel-geïnspireerde kasten. De bijzondere tinten en combinaties van de designers van Raw Color die voor IKEA een inmiddels uitverkochte collectie ontwierpen, zijn spannend en interessant. Rechtsboven zie je trouwens de nerven van een parkbank waar ik even een boterham at; als je zo gespitst bent op vormen, zie je ineens overal overeenkomsten ;-D
Trend 6: Organische vormen uit de diepzee
Op diverse plekken zag ik vormen die me deden denken aan diepzeeleven.
Trend 7: Opnieuw bekleden, verven, knopen en vlechten
Het hoort zo op het eerste gezicht allemaal misschien niet bij elkaar, maar ik zag een overeenkomst van oude ambachten als stoelenmatten, vlechten, vilten, natuurverven en pottenbakken. Ook zag ik op verschillende plekken dat bestaande meubels opnieuw werden bekleed. Ook hier weer: nieuwe kleurencombinaties die me intrigeerden, en ook: cirkelvormige objecten.
De twee afbeeldingen linksonder zijn van een project van een designer die bepaalde maden plastic voorwerpen laat afbreken. Wat mij betreft een begin voor een nieuwe designstroming, want ludieke spullen maken van plastic afval, dat is volgens mij een gepasseerd station, want dat rechtvaardigt alsnog het gebruik van kunststoffen (“we kunnen er toch nog een lamp, parkeerpaaltje of ladeknop van smelten?”) en bovendien blijf je zo microplastics en giftige stoffen in onze leefomgeving duwen.
Een variatie aan losse ideeën
Heb jij op de DDW inspiratie gekregen en trends gespot?
Laat het hieronder weten, ik ben benieuwd wat jou is opgevallen.